Vanochtend
worden Jan en Foekje uitgerust wakker in hun ‘family-run hotel’ in Venray. Het
ontbijt wordt later geserveerd dan ze gewoon zijn, dus schuiven ze om precies
half negen aan aan de belangrijkste maaltijd van de dag. Gisteravond in de
caravan is de afspraak gemaakt dat de wandelclub om half tien op de finishplek van
vandaag bij elkaar zal komen. Om negen uur stuurt Hein aan Jan een Whatsappje met
de mededeling dat de Brouwers al bijna op de plaats van samenkomst zijn. O o!,
dat wordt haasten. Foekje laat haar yoghurt met muesli voor wat het is en tien
minuten later rijdt er een zwarte Ford Focus van het zwaar bewaakte
parkeerterrein van het hotel. Tot aan Belfeld is het zeker twintig minuten
rijden.
Te vroeg in Duitsland
Als ze op
de ontmoetingsplaats aankomen is er van de buren van nummer 9 geen enkel spoor.
Dan ontvangt Jan wederom een appje van Hein waarin hij vertelt dat ze zich
hebben verreden en dat ze er écht bijna zijn. Na eerst al wat in Venlo te
hebben rondgecrosst, hebben ze de afslag naar de A74 gemist en zijn daardoor
pardoes Duitsland binnen gereden. Via wat afslagen en omwegen arriveren ze, later
dan gedacht en gehoopt, uiteindelijk op de afgesproken plek. We rijden naar een
plek waar een van de auto’s veilig kan staan. De zwarte Ford wordt op een breed
zandpad geparkeerd. Omdat Jan, Foekje en Hein vanavond vanaf de finishplek
direct naar Fryslân terug willen rijden, wordt Hein zijn
overnachtings-equipment van de rode in de zwarte Focus alvast overgeheveld. Als
we aan het einde van de wandeltocht total-loss zijn hoeven we daar niet meer me om
te pakken. Hotze en Tineke blijven nog een paar nachten op de camping.
Gezamenlijk
rijden we daarna naar de startplaats van de etappe van vandaag: Grubbenvorst.
Het is gezellig in de auto en onderweg wordt breeduit gelachen om de
reiscapriolen van de Brouwers van vanochtend.
Gelukkig is het gras hoog genoeg om er de shit mee van de stok te vegen |
Vieze wandelstok
De
startauto komt op dezelfde plek te staan als hij gisteren als finishauto stond
geparkeerd en meteen komt de al bijna traditionele koffie voor het licht. Na de
koffie slaan we een smal weggetje in wat ons na honderd meter weer op de route
zet. De weg is modderig van al het landbouwverkeer dat, vanwege haar,
tegenwoordig kolossale, afmetingen meer naast de weg dan erop moet rijden om
zich te kunnen verplaatsen. Net op de plek waar de weg het viest is, glipt
Tineke haar wandelstok uit haar hand en belandt het ding pontificaal in de
drek. Verbolgen over het feit dat dit háár weer moet overkomen veegt ze de stok
schoon aan het lange gras in de berm. Iets verderop staat de rest van de
wandelclub, dubbelgeslagen van het lachen. We stellen met enige zorg vast dat
het wel eens een hele lange wandeldag kan gaan worden.
Bij huis Kaldenbroek, een kasteelhoeve uit de 15e eeuw |
Na een
dikke kilometer wandelen we Grubbenvorst in. Tegenover een monumentaal gebouw
staan in een grasveldje een paar metershoge asperges gepositioneerd. Ondanks
dat het een nietszeggend kunstwerk is blijven we er toch even staan kijken. Er
worden zelfs foto’s van gemaakt.
Hoe laat is het Foekje? |
Iets
verderop zien we een volledig transparant klokkentorentje staan. Naast zijn
functionaliteit als tijdaanwijzer mag dit, in tegenstelling tot de “asperges”,
zeker wèl als kunst worden aangemerkt.
Ook dit
dorp heeft tijdens de tweede wereldoorlog zwaar te lijden gehad, maar
Grubbenvorst is desondanks toch een leuk plaatsje met nog een paar wat oudere
gebouwen. De supermarkt is open maar die lopen we voorbij, immers gisteren hebben
we al koffiemelk gekocht. Jan doet nog rap een greep in de openbare geldlade
aan de buitenmuur van de bank met de beginletter “R”.
Het pontje ligt aan onze oever |
Even snel
als we Grubbenvorst binnen wandelden wandelen we er weer uit en dalen langzaam
af naar de rivier. De pont ligt aan onze oever dus we kunnen meteen aan boord
van de kleine ‘heen en weer’. De Maas is op deze plek bijzonder smal; zeker
niet breder dan het Prinses Margrietkanaal bij Grou. De veerprijs bedraagt per
wandelaar slechts twintig eurocent. De financieel georiënteerde wandelaars onder
ons zijn het er over eens: hier moet geld bij.
Langs de de Maas gaat het in zuidelijke richting |
Tomatenautomaten
Met zicht
op de rivier lopen we op de oostelijke oever van de Maas richting het zuiden.
In de verte zien we de stad Venlo al liggen. Zo nu en dan wijkt het pad af van
de rivier en wandelen we langs de vele kassen die veelal voor de teelt van
tomaten en paprika’s gebouwd zijn. Bij een boerderijtje wordt onze aandacht
getrokken door een automaat in de muur waaruit je, tegen betaling uiteraard,
tomaten kunt ‘trekken’. Deze noviteit was door niemand van de groep ooit
aangetroffen. Het woord van de dag is een logisch gevolg van deze ontdekking:
‘tomatenautomaten’. Het zelfstandig naamwoord multipel, omdat er wellicht
meerdere van deze automaten bestaan. We kopen er twee kleine bakjes met
snoeptomaatjes; heerlijk vers en bijzonder smakelijk.
Het water van de Maas staat ons tot de schoenen |
Al smullend van de kleine ronde vruchten lopen we verder richting Venlo en na een paar kilometer stappen we onder de brug van de vierbaansweg de A67 door. Hieronder ligt een zwerver te slapen die te midden van drankflessen zijn of haar (dat kunnen we niet beoordelen) domicilie heeft gekozen. Het pad wordt hier niet goed aangeven waardoor we verder naar beneden lopen en het water van de Maas ons plotseling tot aan de schoenen staat. Gelukkig wijst de GPS ons de weg en even later zijn we weer ‘en route’ op de route.
Kassen voor tomaten en paprika's |
Een tomatenautomaat |
Echte Limburgse vlaai
Vlak voor
Venlo buigen we af richting het plaatsje Genooi. Deze ooit zelfstandige plaats
is vanwege de expansiedrift van Venlo aan de stad vast komen te zitten. We
wandelen langs de kapel van Genooi die in 1631 is opgericht. Als Jan even om
het gebouwtje heen loopt om te kijken of er een misschien een leuke foto te
schieten is, ontdekt hij in een bijgebouwtje een koffieschenkerij waar men
koffie met Limburgse vlaai op de kaart heeft staan. Door onze drift om ons zelf
ook op de kaart te zetten gaan we er naar binnen. We willen allemaal wel een punt
van dit streekgebonden baksel. De keuze valt op twee soorten vlaai: kersen- en
kruimelvlaai. Hotze, die kruimelvlaai heeft besteld, oppert dat hij het puntje
wel even naar binnen zal kruimelen.
Het is
genieten; de smaak is, net als de stemming overigens, bijzonder goed. Aan de
wand in het café hangt kunst dat verkocht wordt. Van een schilderij met grote
ronde cirkels vind Hotze dat het eruit ziet als een modern dartbord. Als dat zo
is moet Hein, die zich onder het betreffende schilderij geposteerd heeft,
uitkijken voor de pijltjes.
Gelukkig voor Hein wordt er niet met pijltjes op het moderne dartbord gegooid |
De kapel van Genooi met rechts de uitspanning waar men heerlijke koffie met vlaai heeft |
Venlo
Drie kwartier later wandelen we weer langs de Maas en stappen
Venlo in. Langs de Maas staan statige panden die vanaf de bovenverdieping een
prachtig uitzicht over de rivier hebben. Wij wandelen op de hoge dijk die de
stad tegen hoog water moet beschermen, maar de aanpalende huizen, vanaf de
benedenverdieping, het uitzicht ontneemt.
Venlo langs de rivier de Maas |
De route
verlaat de rivier en gaat richting binnenstad. Ook hier staan prachtige grote
huizen. Dit is weer eens wat anders dan de keuterboerderijtjes op het
platteland. Om ons heen kijkend en genietend van de pracht en praal raken we ongemerkt
in het centrum van de stad. Ondanks de schade die in WOII is aangebracht staan
ook hier nog verscheidene oude gebouwen. De stad Venlo kan ons qua bebouwing
wel bekoren.
Een prachtige opgang naar een schitterend huis |
Niet alleen zijn de gebouwen mooi, maar ook mooi oud (of oud mooi) |
De etalage van een boekenwinkel |
Het is kermis
Het is
druk: het is koopzondag en er is kermis. Maar hartje stad, rond de
Dominicanerkapel, is het rustig. Het is een oase van rust in de hectiek van de lawaaierige
wereld eromheen. Het naast de kapel liggende klooster is in gebruik als
hospice. De plaats ademt een serene sfeer uit. Op het hekwerk in het straatje
naast de kerk, de Floddergats genoemd, is een galerij van carnavaleske
karakters in brons, in de stadstaal van Venlo. Langzaam passeren we de grappige
kopjes en figuurtjes. Je zou ze allemaal wel op de foto willen zetten, zo leuk
zijn ze, maar in verband met het grote aanbod beperken Tineke en Jan zich tot
het knippen van de aller allerleukste.
Rare koppen op stokjes langs de Floddergats |
De kermisattracties
staan verspreid in de binnenstad. Op een groot plein staat het “Fabulous Boobytrap Hotel’, een attractie waarin je
allerlei fratsen moet uithalen om er doorheen te kunnen lopen. Foekje wil die
ervaring niet aan haar voorbij laten gaan en ze krijgt Hein zover dat hij mee
gaat. Ze doen hun rugtassen af, kopen kaartjes en gaan naar binnen. Hotze,
Tineke en Jan houden de achtergelaten bagage nauwlettend in de gaten. Venlo mag
dan een leuke stad zijn, aan de hoge criminaliteitscijfers doet dat niets af.
Welkom in het Fabuleus Boobytrap Hotel |
Een glijbaan tot slot |
Ja Foekje, doe jij maar alsof....... |
Doorlopen Hein |
Als we van
het kermisterrein richting het NS-station lopen komen we op een hele grote
rotonde. “Ooooo”, roept de familie Brouwer in koor: “Hier zijn we vanochtend
met de auto ook al geweest”. En weer komen de verhalen los over hoe men
vanochtend de stad Venlo heeft doorkruist.
In de stad, uit de stad
Pontificaal
voor het station, op het stationsplein, op een onmetelijk grote bank eten we
wat van onze voedselvoorraad. Het is lekker zonnig weer, wat het zitten op de
bank tot een waar feest maakt. Maar we moeten verder. We zijn nog niet bij de
finish, dus stappen we na een kwartiertje weer op.
Is dit een bank of is dit een bank? |
Langs een
drukke straat wandelen we de stad uit; steken het spoor over en slaan linksaf een
landweggetje in. En met dat we afslaan verdwijnt het geroezemoes van de stad en
wordt het plotseling weer heerlijk stil rondom ons. Het weggetje loopt langzaam
iets op. Aan weerszijden staan statige huizen op grote lappen grond. Dit moet
de rijkeluiswijk van Venlo zijn, zo schatten we in. We speculeren over de huizenprijzen
in deze buurt en de miljoenenbedragen vliegen over straat.
We hebben
de plek bereikt van waar we de route uit het boekje niet meer mogen volgen. Een
paar jaar geleden is de vierbaansweg naar Duitsland door het Limburgse landschap
getrokken en daardoor heeft men de route moeten verleggen. Op de website van
het Pieterpad worden de wijzigingen beschreven, maar die beschrijving hebben we
niet geprint. Het is dus zaak om de rood-witte stickers goed te blijven volgen.
Als we op de ‘nieuwe’ route onderweg zijn blijkt dat de GPS-tracks op de
website wel zijn aangepast. De GPS is niet leidend, maar het is geruststellend
te weten dat we die kunnen raadplegen.
Herfstkleuren aan de andere oever van het meertje |
Lekkere koeken
We wandelen
een natuurgebiedje in met hoge zandduinen en poelen met glashelder water. Bij
een bankje bovenop een heuvel rusten we wat en drinken koffie en thee en eten
er een lekkere koek bij. Dat scheelt straks weer gewicht om te sjouwen. Ondanks
het feit dat we de stad Venlo nog maar zo kort geleden zijn uitgelopen is er
van enig stadsrumoer absoluut niets meer merkbaar. Vanaf de plek van het bankje
hebben we een mooi uitzicht over het gebied. Aan de overkant van een klein
meertje laten de bomen zich van hun meest kleurige kant zien. Het kleurenpalet
is breed en loopt van licht groen tot donker groen en van geel tot rood en
oranje.
..... even op mijn GPS kijken.... |
Trappistenbier; sorry klooster
Na
anderhalve kilometer gaat het hek over in een ongeveer twee meter hoge muur. Jan
wil graag weten welke geheimzinnigheid zich achter deze muur afspeelt, maar de
muur is veel te hoog om eroverheen te kijken. Hij vindt de oplossing door zijn
fototoestel boven de muur te houden en een paar ‘blinde’ foto’s te maken. Wat
hij op het schermpje van zijn fototoestel ziet is enigszins teleurstellend: het
is een tuin. De tuin hoort bij een oud trappistenklooster, maar de broeders
zijn vertrokken en hebben de gebouwen en terreinen als het ware aan de Goden
overgeleverd. Tegenwoordig is er in het complex
een woongemeenschap en kringloopwinkel gevestigd van Emmaus Feniks. Het geheel van gebouwen staat er
verwaarloosd bij. We vinden het jammer dat dit soort bouwsels niet beter wordt
onderhouden. De bewoners en vrijwilligers van
Emmaus Feniks doen er echter alles aan om het complex voor verval te behoeden,
maar of je daar iets van kunt zien……..?
Het is onduidelijk waarom deze heilige een compleet huis op zijn arm draagt |
Foekje ondervindt
op dit deel van het traject een soort van spraakgebrekkigheid. Op een plek
langs de muur heeft men oude uitgebloeide potplanten neergegooid, volgens
Foekje zijn het “plotpanten”. En als ze even verderop een poedel ziet lopen dan
vind ze dat een “poezel”. Waarschijnlijk is dit een mix van poes en poedel. Tot
slot wijst ze ons op een mooie steen die een stuifpaddenstoel blijkt te zijn.
Maar in het in het vervolg van de etappe gaat het wel goed met haar.
Na wat kort
bochtenwerk steken we de A74 over. Druk verkeer schiet onder ons door op weg
naar Duitsland de ene kant op en naar Nederland de andere kant op. Het viaduct
markeert hier de grens tussen beide landen. Waarschijnlijk is de familie
Brouwer hier vanochtend al gepasseerd.
Het zal me een feestje worden..... |
Oktoberfest
Vlak na het
viaduct wandelen we Tegelen in, dat wil
zeggen een buitenwijk. Op een informatiebord in de berm van de weg worden we
attent gemaakt op het Oktoberfest tegenover H.J. Brouwerij. Helaas kunnen we op
de aangegeven feestdag niet aanwezig zijn.
We dalen
een talud af en komen bij een hertenkamp waarin in de verte een paar sneue
dieren staan. We lopen op een soort tunnelpad dat aan beide zijden is omgeven
door een hoog gazen hek. Aan de rechterkant staat het hekwerk dat moet
voorkomen dat de herten het kamp verlaten; langs de linkerkant heeft men een
hek opgetrokken waarmee men de toegang tot een oude groeve wil verhinderen. We
hebben het gevoel meer opgesloten te zijn dan de dieren in het hertenkamp. Achter
het gaas, in een ondiep water, zien we dikke karpers zwemmen. Als zij ons
ontwaren vluchten ze in een dikke plons en draaikolk weg.
Iets
verderop worden we aangesproken door een tweetal Pieterpadwandelaars die we
vandaag wel eens eerder gedag hebben gezegd en die de weg naar Tegelen zoeken.
Zij hebben de gewijzigde route wel uitgeprint, maar weten absoluut niet waar ze
zich bevinden. Omdat wij een GPS bij ons hebben is de plaatsbepaling een koud
kunstje. Na een kort gesprekje sturen we de verdwaalden het grote bos in.
Blaffende honden springen het hoogst
Het pad is op
dit deel van de route nat. De honden van wandelaars die we tegenkomen hebben
modderige poten. Het is daarom lachen geblazen als een van de honden tegen
Tineke opspringt en een dikke laag modder op haar nog schone broek achterlaat.
Ze is zeer verontwaardigd dat de hond haar heeft uitgezocht om tegenop te
springen. En hoppa, daar gaan we weer; de dames gillen het weer uit van het
lachen.
Een paar
honderd meter verderop komen we bij het punt dat de oude route en de nieuwe
route weer in elkaar overgaan. Het is nog een kleine kilometer tot aan de
finish van vandaag. De zwarte Ford staat nog langs het pad maar is door auto’s
van andere wandelaars omsingeld.
Einde
We rijden
naar de startauto bij Grubbenvorst terug. Omdat we tijdens de etappe van
vandaag een kop koffie hebben gekocht hebben we de kan thee nog niet hoeven aan
te spreken. Bij de auto drinken we gezamenlijk een kop van de nog steeds
behoorlijk warme drank. Kort praten we nog over de route en het prachtig
zonnige weer na. We nemen afscheid en Foekje, Hein en Jan rijden naar het noorden
terug. Hotze en Tineke gaan naar de camping; zij komen dinsdag weer thuis.