zondag 18 mei 2014

Ommen – Hellendoorn (21 kilometer)

De wekker in de trekkershut gaat om kwart voor acht. Beide bewoners hebben, zij het om verschillende redenen, niet zo’n beste nacht gedraaid. Foekje vond de matrassen wat aan de harde kant en Jan had, in zijn positie als topsleeper, last van een vervelende steekmug die te pas en te onpas -of eigenlijk alleen maar te onpas- langs kwam zoemen. Bovendien moest Foekje, na 2 biertjes genuttigd te hebben, een paar keer extra de hut verlaten, waardoor Jan in zijn, als hazenslaapje te kwalificeren, rust werd gestoord.

Het echte campingleven: ontbijt in een heerlijk zonnetje
En toen was het gas op
In de caravan is de nacht zonder opzienbarende problemen verlopen. Jan zet koffie en thee door gebruik te maken van het in het hutje geposteerde twee pits gasstelletje. Helaas is net voordat het theewater aan de kook komt de gasfles leeg en moet buurvrouw Tineke met de waterkoker bijspringen. Maar ‘lang om let’ zijn alle thermoflessen gevuld en eten we op het grote grasveld voor de caravan, in een heerlijk ochtendzonnetje, ons ontbijt.

Zonder fototoestel en GPS
Om tien uur vertrekken we van de camping, waar inmiddels de meeste kampeerders wakker zijn geworden. Via binnendoor-wegen en op de TomTom rijden we naar Hellendoorn en zetten Jan zijn auto op het parkeerterrein van de AH, midden in het dorp. Jan en Foekje halen de spullen die ze voor het wandelen nodig zijn uit de zwarte Focus en nemen plaats in de rode Focus om naar het startpunt van vandaag te gaan; de P+R bij het station in Ommen. Als we ongeveer halverwege Ommen zijn vloekt Jan binnensmonds: “Mijn fototoestel ligt nog in de auto”. Moeten we terug. Nee; zonder Jan zijn fototoestel kunnen we de etappe van vandaag best afleggen. Bovendien heeft Tineke haar digitale spiegelreflex bij zich. Tja, het is jammer maar meer niet. Ook zonder GPS dat naast het fototoestel in de auto ligt ligt zullen we vandaag onze weg wel vinden.

Oostenrijkse op de parking
Op de parking trekken we de schoenen aan. Naast ons staat een VW busje met een Oostenrijkse kentekenplaat. De mevrouw, waarschijnlijk eigenaresse en zeker de chauffeuse van het vehikel, klooit wat met de benzinedop die niet op slot wil. Als Jan er naar vraagt demonstreert ze het defect aan de dop. Jan wijst haar erop dat de omgeving van Ommen redelijk misdaadvrij is; een argument dat de Oostenrijkse er niet minder ongerust op maakt. Op een landkaart met een verhouding van 1:10000000 wijst ze ons de Archemerberg aan. Even twijfelt Jan of hij de opmerking over bergen en molshopen kan plaatsen, maar snel besluit hij zich hieraan niet te wagen. Je weet het immers maar nooit met Oostenrijkers. Als die Frau aus Österreich bergen zoekt had ze beter in eigen land kunnen blijven.

Daar komt 'ie aan: blauwe trein, blauwe trein, blauwe trein
Alweer een blauwe trein
Wij verlaten de parking om precies twee minuten over elf. We lopen naar de spoorwegoverweg om aldaar de route op te pakken. Het rinkelen van de bellen meldt dat de bomen van de overweg dicht gaan. De trein, van waarschijnlijk elf uur, heeft vier minuten vertraging. Jan heeft het fototoestel van Tineke overgenomen en draagt het ding als een soort van afweergeschut op zijn buik. Hij schiet de eerste foto’s van hoe Hotze, Foekje en Tineke, elk op hun eigen wijze, voor de passerende trein staan te wachten.
 
In ganzenpas door de natuur
108 Treden
Even later mogen we door. Via een achterafweggetje en wat interessante bospaadjes komen we bij een uitkijktoren. We besluiten dat het beklauteren van deze toren bij het traject van vandaag hoort en klimmen de honderdenacht treden naar boven. Jan roept dat hij vanaf deze hoogte de hele wereld kan overzien. Hij ziet zelfs Hotze en Tineke hun wandelstokken die beneden, naast een pijler van de toren, in het zand steken. Wat een uitzicht.
In het zuiden gloren de Archemer- en Lemerlerberg. Daar moeten we naartoe.

Daar moeten we naartoe
Nadat we wat drukkere wegen zijn overgestoken komen we bij een plek waar nogal wat drukte is. Er is namelijk een heel leuk uitzichtpunt op een dode arm van het riviertje de Regge. Als wij arriveren stappen de meeste, het merendeel fietsers, op en hebben we het uitzicht voor ons alleen. Nu ontfermen we ons over de notenkoek die Foekje, samen met de koek van gisteren, speciaal voor de wandelingen heeft gekocht. Het smulsel staat stijf van de calorieën die we er meteen weer af willen lopen. We stappen daarom maar weer snel op.

Koffie met koek en water; heel veel water
Klimmen en dalen
Twee kilometer later beginnen we heel voorzichtig aan de ‘beklimming’ van de Archemerberg. Het eerste stuk gaat heel geleidelijk omhoog. In de fietserij zou men het ‘vals-plat’ noemen; een begrip dat niet bij alle deelnemers bekend is. We passeren grote velden met Jeneverbesbomen. Als Tineke ze ontdekt worden ze meteen op de aanwezigheid van bessen geïnspecteerd. De conclusie is dat niet aan alle bomen bessen groeien en dat ze helaas nog niet rijp zijn. Langzaam gaat het verder omhoog.
Op een kruising van bospaden staat een waterpomp. Het water wat hiermee omhoog kan worden gepompt is niet geschikt voor menselijk gebruik. Desondanks laat Hotze de put borrelen door een flinke slinger aan het apparaat te geven. Tegen een hekwerk staat een fiets. Aan het model kun je zien dat de fiets van ausländische makelij is. En ja hoor. Als we even later op een informatiebord over de Sallandse Heuvelrug toelopen ontmoeten we de vrouw uit la Autriche. Zij heeft de ‘berg’ inmiddels beklommen en is zeer enthousiast over de omgeving. Kort komt nogmaals haar absoluut niet gedetailleerde, landkaart voor het licht en Jan wijst haar, ditmaal in het Duits, op wat andere bezienswaardigheden in de buurt. Andermaal, maar nu definitief, nemen we afscheid.

In zo'n waterpomp zit, ook als je er aan draait, geen muziek in
Voor ons begint de grote beklimming. Het laatste stuk naar de top is redelijk steil en is vaak in traptreden uitgevoerd. Bovenop de Archemerberg is het uitzicht fenomenaal. De Archemerberg is bijna 78 meter hoog en steekt ongeveer 60 meter boven het landschap uit. Door het ontbreken van enige begroeiing is het uitzicht 360 graden breed. Je kunt de hele provincie Overijssel overzien: in het westen zie je op 25 kilometer afstand de stad Zwolle liggen terwijl je aan de oostkant tot aan Enschede kunt kijken. We drinken er onze koffie, eten broodjes en genieten van het geweldige uitzicht. Op zo’n plek waan je je in het buitenland.

De echte beklimming moet nog beginnen. Er wordt dus nog gelachen
Het gaat even serieus omhoog
Statieportret met gele Brem
Met zo'n achtergrond wil iedereen wel op de foto
Scandinavische grond
De Archemerberg en de Lemerlerberg, die we later op deze route nog beklimmen, zijn ontstaan in de voorlaatste ijstijd; het Saalien. Het zijn stuwwallen die zijn ontstaan doordat het oprukkende landijs grote hoeveelheden bevroren zand, grind en klei voor zich uit duwde. Het doet Foekje en Jan goed te kunnen constateren dat ze weer op Scandinavische grond staan.
Wie naar boven loopt moet op een gegeven moment weer naar beneden
Nadat we de Lemelerberg zijn gepasseerd wandelen we het dorp Lemele in. Het is warm en een groot deel van de route tot aan Hellendoorn ontbreekt het ons aan directe schaduw. Ondanks dat we al redelijk getraind zijn merken we toch dat de warmte tersluiks energie aan het lichaam onttrekt. Het is vooral zaak te blijven drinken om daarmee het vochtverlies te compenseren. We besluiten om op het eerstvolgende bankje langs de route een korte pauze in te lassen. 

Een meneer met een 'dikke reet'
Kilometers lang kijken we uit naar een geschikte plek, maar het is alsof de duivel ermee speelt: geen bankje. Op een plekje waar een oudere vrouw op een bankje zit besluiten we aan te schuiven. Het is warm en de zon schijnt gemeen fel. Tineke en Foekje besluiten op de plaid in de schaduw van een boom te gaan zitten terwijl Hotze een weg wijzende paddenstoel als zetel gebruikt. Jan neemt naast de oudere vrouw plaats op het bankje.
Op een gegeven moment passeren twee dames op de fiets. De ene vrouw vraagt aan de andere of ze zich nog op de route bevinden. De tweede vrouw antwoordt dat ze dat niet kan zien omdat die meneer met zijn ‘dikke reet’ op de paddenstoel zit. Na een bestraffend maar grappig bedoeld: “Nou nou nou dames! van Jan fietsen de vrouwen lachend verder.

De dames op een plaid in de schaduw
Prachtige knotwilgen langs de route
We vormen het middelpunt
Wij gaan ook verder en wandelen richting het Overijssels kanaal dat al jaren niet meer bevaren kan worden omdat men er dijken met wegen doorheen heeft gegooid. De wind die over het water aan komt waaien geeft enige verkoeling. Via een lang en warm zandpad komen we op een punt wat het middelpunt van de provincie Overijssel is. Normaal verwacht je op dit soort punten in de route circusachtige taferelen, maar ditmaal houdt men het op een kleine paal met daarop bijna onleesbare woorden. Later vinden we er op internet een artikel over; ‘de plaquette’ wordt op maandag 26 mei onthuld.

Een lang en warm zandpad
We passeren de natuurcamping de Eelerberg die, door zijn afgelegen ligging, vooral Tineke haar aandacht trekt. Dat wordt een plekkie om te onthouden dus. En net voordat we een druk fietspad dreigen op te moeten slaat de route links af en volgen we een sloot die naderhand de Boksloot blijkt te zijn. Deze sloot, die in 1863 in opdracht van de steenrijke familie Meinesz is gegraven, was vroeger breder en was een soort van vaartje om de mest, afkomstig uit Zwolle en gebruikt voor de bebossing van de Eelderberg en de ontginning van de omliggende gronden, aan te voeren. Het Pieterpad loopt over het jaagpad van de sloot waarover de ‘stadsdrek’ (een mengsel van beer, huis- en veegvuil) werd aangevoerd. Het zal er toen ongetwijfeld ontzettend hebben gestonken, maar nu ruiken we gelukkig alleen het frisse groen in het beukenbos.

De Boksloot
Aan het einde van het slootje staat een bankje waar wij onze laatste thee drinken. Op deze plaats was vroeger een zwaaikom voor het draaien van de boten.

En hier was vroeger de zwaaikolk…..
Geen belvedère
We wandelen achter de villa Eelerberg langs; een landgoed dat door eerder genoemde familie Meinesz is gebouwd en wandelen daarna over de Eelerberg zelf. Deze heuvel van 38 meter hoogte heeft op haar hoogste punt de restanten van een door de familie gebouwde Belvedère. De vier grote stukken beton in de grond zullen de overblijfselen ervan zijn geweest.

Na een laatste sanitaire stop en een haakse bocht naar rechts komen we op een lange rechte weg die ons, zo doet het kerktorentje in de verte vermoeden, naar Hellendoorn voert. De kuierij door het kleine dorpje is kort. De zwarte auto staat in de schaduw van een grote kastanjeboom. De koelte is verkwikkend. Het fototoestel en de GPS liggen, zoals viel te verwachten, in het zijvak van de portier.

Patat uit Hardenberg
We stappen in en rijden terstond terug naar Ommen om de rode Focus op te halen en rijden dan direct door naar de camping in Diffelen. Voor de caravan, in een warm zonnetje, drinken een lekker koud biertje. “Wat eten we nog snel even?”, is de vraag. Als Jan en Foekje bij de dichtbij gelegen grote camping met restaurantfaciliteit patat en frikadellen proberen te scoren blijkt de camping en dus ook het restaurant gesloten te zijn. Ze besluiten door te rijden naar Hardenberg. Iets later dan verwacht keren ze met patat terug op de camping De Klashorst. Wandelen maakt hongerig.

De zwarte Focus vertrekt als eerste. De rode Focus met caravan volgt snel en staat om acht uur op de oprit van It Roer 7.

Wat was dit weer een vreselijk mooi wandelweekend.



zaterdag 17 mei 2014

Hardenberg-Ommen (21 kilometer)

De weersdeskundigen in De Bilt hebben voor het weekend goed weer voorspeld; veel zon en redelijk hoge temperaturen. Natuurlijk moeten we eerst even een second opinion afwachten, maar nadat ook Piet Paulusma heeft verkondigd dat het best een aardig weekend gaat worden zetten we koers richting het oosten van Nederland.
Hein is dit weekend niet van de partij. Hij wandelt samen met een paar vrienden op het Isle of Mull (Schotland) en heeft het zonnige en vlakke Nederland verruilt voor een wat vochtiger en bergachtiger omgeving.

Op de natuurcamping 
De familie Brouwer heeft vrijdags al haar domicilie gekozen op een camping die ze reeds  eerder hebben aangedaan: camping De Klashorst. Foekje heeft geprobeerd om de trekkershut op deze camping te bespreken. Helaas was de hut bezet. Dus dit zou dit jaar de eerste keer worden dat Jan en Foekje in hun tent zouden overnachten.  Maar vrijdagochtend werd er door de eigenaresse van de camping gebeld dat het hutje zaterdagnacht vrij zou zijn. En zo waarde lezer, kon de tent in de foedraal blijven en slapen Jan en Foekje de nacht van zaterdag op zondag op de te harde matrassen van het stapelbed in het trekkershutje van camping De Klashorst.
De camping is ruim opgezet en de bezetting is matig. Het sanitair is enigszins gedateerd, maar voldoet ruim aan de behoeften van vermoeide wandelaars.

Als Jan en Foekje zaterdagochtend op de camping arriveren heeft Tineke de koffie al klaar. Helaas is het mistig en kunnen we door het vochtige weer en de wat te lage temperatuur niet buiten zitten. En dat terwijl rond Grou de zon volop scheen en de temperatuur al lekker aanvoelde. Maar goed, het is niet anders. Gelukkig breekt de zon al snel door het grijze wolkendek en, als we om elf uur van start gaan, staat de warme plaat regelmatig vol aan de hemel.

Het is nog niet zo druk op de route
Bartjens
Ons Pieterpad-routeboek geeft aan dat de etappe van vandaag start in het stadje Hardenberg aan de Vecht. We kunnen dat zelf ook wel bedenken omdat dat de finishplaats van de vorige etappe was. Volgens Bartjens moet dit dus kloppen.
Zoals zovele etappes voert het natuurschoon vandaag de boventoon boven urbane omstandigheden.  Slechts zo nu en dan lopen we door een gehucht of buurtschap. De natuur doet haar best om zich aan ons te presenteren. En wij genieten ervan; met volle teugen.

En zo laten we Hardenberg achter ons
We verlaten het parkeerterrein bij de brandweer van Hardenberg en lopen langs een oude zijarm van de Vecht richting Ommen; het einddoel van vandaag. Eerst hebben we nog wat ‘last’ van de bebouwing van de stad, maar wanneer de route een scherpe bocht neemt en in bosschages zijn weg vindt maken de huizen plaats voor schitterende natuur. We zijn nog maar net los van de stad of we zien een alleraardigst ‘herinneringsbankje’ met zicht op wat oude (vergeten) lopen van de meanderende rivier de Vecht. Foekje heeft vrijdag speciaal voor deze tocht een aantal koeken gekocht. De koeken worden in snel tempo verorberd waarna de reis wordt voortgezet.

Een leuk bankje voor lekkere koeken….
… met een heel landelijk uitzicht
Wandelen op het fieterpad
De route gaat over paden die we met fietsers moeten delen. En eerlijk is eerlijk; in aantallen krijgen de fietsers de overhand.  Het Pieterpad wordt door Hotze omgedoopt tot het ‘Fieterpad’. Een woordspeling die de lezer duidelijk zal zijn. We wandelen door de landerijen langs de Vecht. Weiland en akkers wisselen elkaar in snel tempo af. Na het monumentale dorpje Rheeze, waar we de schreeuwende reclame om bij een plaatselijke restaurateur een ijsco te kopen weten te negeren, verdwijnen we de bossen in en vervolgen we onze weg via smalle bospaden. Op een zeker moment wordt de camping De Klashorst, middels een klassieke handwijzer aangegeven. Hotze en Tineke begeven zich nu op bekend terrein.

Rietvlechtkunst in Rheeze
Rheeze is een goed geconserveerd dorp met mooie oude huizen en schuren 
Gelukkig is er niet veel verkeer 'on route'
Camping De Klashorst 450 meter
Kolossaal verkeer
Een paar kilometer later komen we bij het gehucht Junne bij een brug over de Vecht. Het is er behoorlijk druk. De bankjes die er zijn geplaatst worden bezet door fietsers. De merendeel grijze koppen drinken er hun koffie en eten er hun broodjes. Omdat alle zetels bezet zijn spreiden Jan en Foekje iets verder langs de rivier hun tartan plaid uit en gaan Hotze en Tineke op een heel klein bankje zonder rugleuning zitten. We consumeren onze meegebrachte etenswaren en drinken de ‘home brewed coffee’.

Een korte pauze aan de oevers van de rivier de Vecht
Over de brug is het een komen en gaan van immense tractoren met daarachter nog grotere karren. We verbazen ons over de omvang van de combinaties. Je zal er maar met een auto aan voorbij moeten. De ‘voorladers’ zijn zo ontzettend breed dat er voor andere weggebruikers bijna geen plaats meer is. Voetgangers en fietsers vluchten weg voor de kolossale gedrochten.

Ongevalletje 
Na de koffie steken we de rivier over en slaan een landweg in die met grote keien geplaveid is. Jan en Foekje lopen voorop en ontdekken pas, als ze 200 meter voorop lopen, dat Hotze en Tineke zijn stilgevallen. Tineke is op een dikke kei gaan staan. En om te voorkomen dat ze haar enkel zou verzwikken heeft ze zich laten vallen. Hierdoor is ze met haar rechterknie op de grond beland en heeft er een open wond aan overgehouden. Met wat water probeert ze de wond te spoelen. Natuurlijk is de EHBO-wagen met de kopgroep mee. Gelukkig heeft ze er, behalve dan een bloedende wond, geen verwondingen aan overgehouden en kan de tocht vrij gemakkelijk worden voortgezet.

Even verderop is het pad met dikke keien geplaveid
We wandelen door een gebied dat is gevormd door rivierduinen. De zandafzetting van de Vecht is duizenden jaren geleden begonnen te stuiven en heeft op die manier duinen gevormd. Het gaat kilometers lang licht op en neer en op een hoog punt in de route waar we een mooi uitzicht hebben besluiten we even te pauzeren. We zitten nog maar net of we worden aangevallen door de zich in de bossen verschuilende steekmuggen. Snel gooien we onze rugzakken weer om en wandelen in ras tempo verder.

Bij ten boerderij, 'in the middle of nowhere', staat een dikke stier achter een stevig hek. Het beest moet natuurlijk even worden getroost. Als dank voor de aandacht proest het beest eens stevig en blaast een stevige lading kleverig snot in de rondte. Geschrokken doen we een stap naar achter: "We zullen je nummer onthouden jonge…." Rond de boerderij is de natuur prachtig groen van kleur.
Een lief beestje, tot…
Rond de boerderij is de natuur prachtig groen van kleur
Het eerste kasteel op de route
Omdat de hang naar een kop thee groot is besluiten we op een bomeneilandje in een zandverstuiving ons door de meegebrachte drank te verkwikken. Jan ontdekt in het gele zand het eerste kasteel op de route. Het is maar een kleintje, maar toch.
Hotze en Jan praten erover dat je van hier heel goedkoop geel zand zou kunnen halen, maar aan de andere kant, wat moeten ze met geel zand.

Theedrinken op een bomeneiland in een zand van zee
Lekkerder thee dan deze wordt er niet gezet
Het eerste kasteel op de route. OK, het is dan wel van zand, maar….
Even verder, een paar kilometer voor Ommen en net aan de andere kant van de spoorlijn Zwolle-Hardenberg passeren we de Sahara. Deze zandvlakte is een belangrijke toeristische trekpleister in de toch al niet over toeristische belangstelling klagende omgeving van Ommen. Omdat we al op een zandvlakte zijn geweest laten we de Sahara letterlijk en figuurlijk links liggen.
Hoezo leven we op een grote aardbol?
Net voor Ommen wandelen we over mooie bospaden met gelukkig zo nu en dan nog wat schaduw
Het laatste stukje naar Ommen gaat over het fietspad langs het spoor. We lopen in de volle zon en omdat we door een hoge bomenrijen uit de wind worden gehouden is het warm op het asfalt.  Het loopt tegen vijf uur als we bij Ommen bij de brug over de Vecht arriveren. Hier stopt de etappe van vandaag maar omdat we de finish-auto bij de P+R van het station hebben geparkeerd, moeten we nog een halve kilometer verder. De auto staat in een heerlijke schaduw.

Pasta & rode wijn 
In Ommen doet Jan nog even boodschappen bij de plaatselijke kruidenier om er ingrediënten voor zijn macaroni in te slaan waarna we via een te lange terugweg weer naar de camping terugrijden.
Op de camping trekken we de stoelen in de zon en nemen een koud biertje. We douchen en Jan gaat de trekkershut in om op het kleine tweepits gasstel het avondmaal te bereiden. Omdat de zon achter de bomen is verdwenen besluiten we in de caravan te eten. De pasta doet de inwendige mens goed. Een glas rode wijn completeert het geheel.


Na de copieuze maaltijd gaan we buiten zitten. De steekmuggen doen eerst nog verwoede pogingen om ons te raken, maar als de temperatuur verder daalt verdwijnen ze en kunnen we, zonder om ons heen te hoeven slaan, van het campingleven genieten.


zaterdag 3 mei 2014

Coevorden – Hardenberg (19 kilometer)

Aarzelende start
Het wordt een dag met een langzaam begin. Nee, niet het wandelen, maar de aanloop tot de wandeling van vandaag. Want je zou denken dat als je op locatie bent het mogelijk zou moeten zijn om eerder te starten dan wanneer je ’s-morgens eerst van Grou naar de start moet rijden. Maar vandaag slagen we daar absoluut niet in.

Klaar voor de start; niets vergeten?
Jan en Foekje arriveren net na negen uur bij de caravan. Eerst is er even tijd voor een bakkie troost natuurlijk. Het is alweer snel gezellig in de knusse caravan, maar na een kop koffie gaan Hein en Jan op pad om de finish-auto naar de bestemming van vandaag ‘Hardenberg’ te rijden. Drie kwartier later zijn ze terug en pikken de rest van het wandelgezelschap weer op van de camping. De start-auto wordt op dezelfde plaats neergezet dan waar de finish-auto een dag eerder stond. Omdat het zaterdag is denken we de het parkeerterrein wel grotendeels gevuld zal zijn, maar hoe verrassend, we zijn de enige. 

Uitpakken en weg wezen
Koeken van een lekkere bakker
De tocht van vandaag start met een wandeling door Coevorden. Weer komen we langs de ganzenhoedster. Aan het grote plein in de stad zit een lekkere bakker; tenminste dat wat hij in de etalage heeft uitgestald ziet er lekker uit. Tineke koopt er een pak lekkere koeken waarvan de eersten op het plein aan de ‘hongerige’ wandelaars worden uitgedeeld.  De tocht van vandaag komt net als gisteren overigens, hortend en stotend op gang. Reden? Er zijn onderweg te veel winkeltjes.

De ganzenhoedster van Coevorden
 Net als we over het spoor zijn halen we een klein groepje kinderen in die wordt begeleid door drie vrouwen; ogenschijnlijk de moeders. Zij wandelen vandaag ook een deel van het PP. Als Jan ze probeert aan te sporen om een hoger tempo te wandelen, bijt een van de deelnemertjes hem toe: “Maar WIJ lopen vandaag al twee uur, hoor meneer!” Bijdehandje! Ons bekruipt het vermoeden dat we vandaag de hele dag met de kinderen zijn opgescheept, maar als zij bij een ooievaarsnest net iets langer blijven staan kijken nemen wij voorzichtig een voorsprong. Een voorsprong die we gaandeweg het parcours verder uitbouwen.

Earrebarre
Artificieel natuurgebied
We zijn Coevorden uit en passeren het buurtschapje Klooster, dat als het ware aan de stad vastzit. Via een klein, artificieel natuurgebiedje lopen we achter de straat langs waaraan het B&B van Jan en Foekje gevestigd is. Door de dichte begroeiing kunnen we het huis niet ontdekken. De kleine heuveltjes waarop we lopen zijn aangelegd om het nieuwe industrieterrein wat er achter is aangelegd aan het oog van de bewoners van het gehucht te onttrekken.  Aan het einde van de heuvels staat het kunstwerk “De Drentse Poort”. Nou ja; kunstwerk? Het is inderdaad een poortje, gemaakt van zwerfkeien. Deze poort maakt deel uit van een stenen beeldenroute, waarvan wij tijdens eerdere etappes ook al onderdelen van hebben gezien. Dat de poort “de Drentse Poort” wordt genoemd lijkt evident. Twee kilometer later lopen we de provincie Drenthe uit en zijn we van de ene stap op de andere in Overijssel.

De Drentse Poort; onze toegang tot Overijssel
Wat het is? Geen idee! Maar van dichtbij ziet het er adembenemend mooi uit
Door de bomen het bos niet zien……
Een Drents landschap en Duitse windturbines
De natuur is nu helemaal 'los'
Boeren yoghurt 80 cent per stuk
Nadat we een stinkende waterzuiveringsinstallatie zijn gepasseerd wandelen we een heel recht stuk door de landerijen. Hier is het wat aan de kale kant, met aan de rechterkant bomen in de verte en aan de linkerzijde Duitse windmolens in de verte. Het is heerlijk zonnig weer en we hebben een zacht briesje in de rug. Bij het Coevorderkanaal, net ten noorden van De Haandrik staat een onbewoonde picknicktafel met daarop een koelbox. Een plaatselijke boer verkoopt hier Boerenlandyoghurt van de Lidl voor 80 cent per stuk. We pakken onze tassen uit en lunchen er uitgebreid. De uitzichten rondom zijn enorm. We kunnen zelfs Duitsland zien liggen. Op het moment dat wij de boel weer inpakken komt het groepje kinderen van zostraks voorbij. Als we daar maar niet achteraan hoeven lopen. Maar nee! Als wij de brug oversteken is er van de kinderen, hoewel het een lange rechte weg is, geen spoor meer te bekennen. Een paar meter verder wordt ons duidelijk waarom. De groep is een weiland in gelopen en heeft achter een groepje bomen een verplichte pauze. Een van de kinderen heeft een blaar. Wij in onze groep doen daar het zwijgen toe.

Verboden de dieren te voeren….
Gemekker
De tocht van vandaag is afwisselend. Al moet wel opgemerkt worden dat we vandaag beduidend meer wandelaars tegenkomen dan dat we normaal gewend waren. Zou het, hoe zuidelijker we komen, steeds drukker worden? Net voor Gramsbergen worden we opgeschrikt door een licht gemekker. Op een omheind veldje lopen een paar geitjes. Tja, en daar komen we natuurlijk niet aan voorbij zonder dat daar aandacht aan is besteed.  Het kleine drietal vermaakt de wandelaars door lekker te mekkeren en totaal niet te doen wat Foekje van ze vraagt. En na het duidelijk “nee Foekje, we nemen geen geit mee” van Jan, wandelen we verder Gramsbergen in.

Je zou er zo eentje in je rugzak steken
Gramsbergen is een prachtig stadje. De oude kern is grotendeels authentiek. Bij de kerk staat een klein standbeeldje dat is gewijd aan de wandelaars van het Pieterpad. We nemen er een korte pauze. Jan gebruikt het intermezzo om de broekspijpen van zijn broek te ritsen. Het is aangenaam warm dus daar kan hij de rest van de route wel zonder.

Standbeeldje van Pieterpad-wandelaars. Zó wandelen wij ook
De charme van oorlogvoeren
Na Gramsbergen en een oversteek over de rivier de Vecht komen we aan in Ane. Dit plaatsje is bekend van de lokale opstand tegen het bisschoppelijke gezag in 1227. In dat jaar had een legertje Drentse boeren onder leiding van Rudolf van Coevorden het leger van de landsheer, de Utrechtse Bisschop Otto II het moeras ingelokt en met knuppels, speren en zeisen afgeslacht. Een jaar later werd hardhandig orde op zaken gesteld. Rudolf van Coevorden werd gevangen genomen en geradbraakt in Hardenberg. Genoegzaam stellen we vast dat oorlog voeren vroeger toch veel meer charme had.

Prachtige wandelpaden
Na Ane pauzeren we nog even. Te midden van omgeploegde landerijen bezetten de Brouwers een bankje. Foekje en Jan kiezen, laag bij de grond en vanwege het hoge gras uit de wind, domicilie op de meegebrachte plaid. In het gezichtsveld vult een grote combain telkens nieuwe grote opleggers met hooi. Het is nog ongeveer 5 kilometer tot aan de finish. Een melding die door Tineke, vanwege het feit dat ze door de aanwezigheid van een paar fikse blaren niet zo lekker loopt, met vreugde wordt begroet.

De Brouwers bezetten het bankje
Een omweg
De routegids meldt dat we door het ‘Engelandsche Bos’ zullen wandelen. Omdat het de laatste kilometers nou niet bijzonder bebost is geweest verheugen we ons erop. Maar hoe anders is de werkelijkheid. De route is rond om het bosje gemaakt en komt nu uit bij een nieuw aangelegd deel van de oude Loozensche Linie. Het gaat hierbij om één bastion van een verdedigingslinie uit de tijd van Napoleon die de oostgrens van ons land moest afschermen tegen opdringerige Duitsers.

Langs het Engelandsche Bos
De laatste kilometers naar Hardenberg gaan vlot onder de voeten door. In de verte zien we de oude bisschoppelijke stad al liggen. Nadat we de lange loop- en fietsbrug over de vecht oversteken staan we meteen in het centrum van de stad. We moeten nog even door omdat de auto bij de brandweerkazerne geparkeerd staat en dat is nog een dikke kilometer lopen. In Hardenberg kopen we bij de plaatselijke kruidenier een dikke rookworst voor in de erwtensoep die voor straks op het menu staat.

In gelid steken we de rivier de Vecht over

Erwtensoep XXXL
Als we drie kwartier later in de knusse caravan zitten verzorgt Hein de erwtensoep. De rookworst XXXL wordt gesneden en in de soep gedrukt. Het eindresultaat mag er zijn. De snert is van goede kwaliteit en de grote hoeveelheid worst maakt er, als dat het al niet was, een echte maaltijdsoep van. Onder het eten wordt de dag van vandaag geëvalueerd. De ‘teneur générale’ is dat het wederom een prachtige wandeldag was.

Meer worst dan snert
Hein en Jan doen, net als de avond ervoor, de afwas en daarna rijdt het drietal, dat vrijdagochtend naar Coevorden was gereden, weer terug naar Grou. De komende week zullen we het volgende weekend gaan inplannen. Spannend!

Wij staan niet onder de duim. Als wij zeggen dat we de afwas doen dan doen we de afwas