De Achterhoek
Het is een lange reis. De omgeving waar we wandelen heet niets
voor niets Achterhoek. De eerste honderd kilometers gaan nog over brede vierbaanswegen,
maar daarna worden het vaak kleine smalle weggetjes. Na twee uur rijden we
Zelhem binnen. De weg die we volgens de routeplanner moeten nemen is gesloten
voor alle verkeer behalve voetgangers. We maken rechtsomkeert en parkeren de finish-auto
op een parking op het industrieterrein. Er staan weinig auto’s in de buurt. Het
is per slot van rekening ook zaterdag. Begrijpelijk dus.
We laten de rode Ford achter en rijden met het zwarte
vehikel naar de start in Vorden. We parkeren de auto op dezelfde plek als waar we de vorige keer stonden. Als we achter de auto staan koffie te drinken
vallen tientallen eikels uit de hoge bomen rondom ons. Snel rijdt Jan de auto
naar een plekje waar bijna geen boomtakken boven het parkeerterrein hangen.
Voorkomen is beter dan genezen.
Knopen in het laantje
Om kwart voor elf starten we met wandelen en zetten koers
richting Zelhem. Het moet duidelijk weer even wennen. De dingen die tot voor de
vakantie gewoonte waren geworden moeten weer worden geoefend. Wandelstokken,
routeboekje, GPS; hoe ging het ook allemaal weer.
Het eerste pad waarover we lopen heet het ‘Knopenlaantje’ dat zijn naam dankt aan de vele knopen die in de boomtakken zitten. Meestal
verliefde paartjes knopen hier takken aan elkaar als uitdrukking van hun
verbondenheid. De takken groeien uiteindelijk aan elkaar wat soms de meest
charmante vormen geeft. We zien er een paar.
Wel breed om het predikaat laantje te hebben |
Hotze, die korte tijd uit het routeboekje voorleest,
attendeert de groep erop dat we weldra de Kapellebult zullen zien. Maar waar we
ook kijken, het schijnbaar minuscule heuveltje zien we nergens.
We wandelen door.
Het heeft de afgelopen weken in deze delen van ons land
behoorlijk geregend. Het regenwater heeft sommige paden behoorlijk sompig gemaakt.
Soms is het echt even zoeken waar je het beste kunt lopen. Zware tractors
hebben diepe sporen getrokken die tot aan de rand gevuld zijn met troebel en
zandkleurig water. Je kunt niet zien hoe diep de plassen zijn. Uitkijken dus.
Mooie tot woonhuis omgebouwde boerenhoeve. Over burengerucht hoef je je geen zorgen te maken |
De heide bloeit mooi paars |
Van de route
Als we in een bocht linksaf gaan verdwijnt het zwakke
signaal van de route op Jan zijn GPS en ook Tineke kan de juiste plaats niet
meer bepalen op de kaart in het routeboek. Terwijl een onweer in de verte
constant rommelt stellen we vast dat we van de route af zijn. We zijn het
pad kwijt. Hoe kan dit nou gebeuren. Enigszins verbouwereerd draaien we ons om
en wandelen we in dezelfde richting als waar we vandaan komen. Het gedonder van
het onweer wordt steeds luider. Door de hoge bomen rondom kunnen we de bui niet
waarnemen. We hebben dan ook geen enkel idee wanneer het zal gaan regenen. Net
voordat de GPS weer op de route aanslaat begint het stevig te regenen. Het is
een kort maar heftig buitje. We schieten onze regenkleding aan. Ten noorden en
ten zuiden van ons drijven donkere wolkenpartijen voorbij. Daartussen is maar
een kleine donkere wolk zichtbaar. Dat treffen we dus. Snel wordt het droog en
kunnen de poncho’s weer in de tassen. En met dat het droog wordt lopen we weer
op de route. Is dat toeval?
Diepe sporen in de zandpaden. |
Jan wist dat op dit specifieke punt op de foto de bliksem zou inslaan. De schicht is met behulp van Photoshop gemaakt |
De bui is voorbij. De kleurcontrasten zijn wonderbaarlijk |
Landgoed Zelle
Op het landgoed Zelle zien we een alleraardigst bankje, maar
vanwege de aanwezigheid van veel steekmuggen lopen we door. Tegenover Huis
Zelle is weer een picknickbankje. Hier eten we onze broodjes. Het weer is
helemaal opgeknapt en de zon laat zich van zijn warmste kant zien.
We hebben zicht op Huis Zelle. Dit is een oud leengoed van
Gelre en wordt al voor het eerst genoemd in 1326. Hier stond vroeger een slot
maar dat is in 1792 vervangen door een landhuis. Bijzonder mag worden genoemd
dat het huis en landgoed nog steeds wordt geëxploiteerd door de adellijke
familie Van Dort tot Medler. Recreatie en toerisme vormen tegenwoordig de bron
van inkomsten. Maar van enige recreatie is gelukkig niets te merken.
Landhuis Zelle en toegangshek tot het gelijknamige landgoed |
En verder gaat het. Eerst volgen we een lange rechte weg dat ons naar het gehucht Varssel leidt. Daarna gaat het via allerlei leuke
‘kruip-door en sluip-door paadjes over ’t Zand. Dit is een oud zandstuifgebied
dat men in het begin van de twintigste eeuw heeft bebost om het stuiven te
stoppen. We wandelen nu door een gebied dat zo dicht bebost is dat je door de bomen het bos niet meer ziet staan.
Een typisch Achterhoeks plaatje |
In een weiland zien we heel veel paddestoelen staan. We nemen er tijd voor om ze te bewonderen. Het zijn hele grote die in clusters verspreid staan. Hoewel we wel enige trek hebben lijken ze ons voor consumptie ongeschikt. Als we verder gaan doen we het eerstvolgende bankje aan om er onze laatste broodjes en thee te nuttigen.
Grote ronde paddestoelen |
Nog even de laatste broodjes verorberen |
Nederland is al eeuwen bekend om zijn mooie luchten |
Het maïs staat er bijzonder goed en hoog bij |
Een paar kilometer voor Zelhem trekt de lucht dicht en komen
in de verte weer enige donderbuien voor het licht. Het rommelt wel, maar we
houden het droog. We wandelen door het centrum van Zelhem.
Smoks Hanne
Op een paal is een beeltenis van een heks zichtbaar. Vroeger leefde in Zelhem de heks "Smoks
Hanne". De legende gaat, dat aan het eind van de 19e eeuw, deze
vrouw in Zelhem gewoond heeft. Omdat ze op veel te grote klompen rondslofte
(smokste), kreeg ze de bijnaam 'Smoks Hanne'. Zij was een kruidenvrouw, die
waarschijnlijk ook bovennatuurlijke gaven bezat, zoals helderziendheid, en een
kracht waarmee ze mensen en dieren kon genezen. Veel mensen kwamen bij haar om
raad en hulp. Om middernacht vloog ze eens over het dorp en verloor daarbij een
klomp. Deze boorde zich dwars door de spits van de kerktoren. Een enkele keer
zijn 's nachts om twaalf uur de gaten weer te zien en vliegt de geest van Smoks
Hanne er door.
Smoks Hanne |
We moeten nog even door
In principe stopt hier de etappe van vandaag maar we
wandelen door. De auto staat immers op het industrieterrein en dat is nog
anderhalve kilometer ver. Het stuk tot aan de auto maakt al deel uit van de
route van morgen. Als we bij de auto arriveren begint het zachtjes te regenen. We
haasten ons de auto in. Onze rugzakken passen niet in de achterbak omdat die
helemaal is gevuld met spullen die nodig zijn om de nacht in de stacaravan door
te brengen. Met onze rugtassen op schoot rijden we naar de camping die maar op
anderhalve kilometer afstand ligt.
Pieterpad-caravan
Op de camping stapt Tineke uit en loopt naar de receptie;
maar er geeft niemand thuis. Hotze en Tineke hebben een ‘Pieterpad-caravan’gehuurd.
Een middelgrote stacaravan die beschikbaar is voor vermoeide wandelaars. Na
enige tijd meldt de receptioniste zich en achter deze dame aan, op parmantige
laarsjes en met schort, laat Tineke zich naar de caravan leiden.
Met zijn vijven dragen we alle spullen van de auto naar de
caravan. De auto kan niet bij de caravan geparkeerd worden, vandaar. Het is al
met al nog een heel gesjouw.
Tineke richt de nachtelijke verblijfplaats in en Hotze en
Hein rijden samen met Foekje en Jan naar de startauto, die nog steeds op de
gevaarlijke eikelplek in Vorden staat. Hotze parkeert zijn Ford naast zijn
zwarte soortgenoot. En terwijl Jan en Foekje uitstappen vallen de eerste eikels
al op het rode blik van Hotze zijn Focus. “Inpakken en wegwezen”. Hotze en Hein
rijden naar hun gemütliche stacaravan terug en Jan en Foekje zetten koers naar
Zeddam waar ze een hotelkamer hebben geboekt.
Daar aangekomen slaat de schrik hen om het hart. Op het
parkeerterrein van het hotel staan 10 OAD bussen, waaruit een onophoudelijke
rij reizigers van het oudere soort uitstroomt. Achteraf blijkt dat dit hotel
door OAD als landelijk verzamelpunt wordt gebruikt. De grijs koppige reizigers
gaan alleen naar binnen voor een kop koffie om daarna naar hun eindbestemming
te worden vervoerd.
Nasi met ei en sate
Na het inchecken en een lekkere douche rijden Jan en Foekje
naar de camping, waar Jan in de openluchtkeuken zijn, vrijdagmiddag thuis klaargemaakte, nasi opwarmt. Onderweg in Doetinchem hebben ze nog eieren gekocht en een paar
pakjes varkenssaté.
Aan het kleine eethoekje in de caravan, dat meer wegheeft
van een coupe in de trein, wordt het gebodene smakelijk verorbert.
Even later, als de dames staan af te wassen, kijken Jan en Hotze naar
het 8-uur journaal. Hein droogt af. Hotze heeft alvast op het bed plaatsgenomen
met als effect dat hij de uitzending niet helemaal uitkijkt. De oogleden zijn
zwaar en vallen vrij gauw dicht. Later oppert hij dat hij het nieuws wel
gehoord heeft. We komen er niet toe om hem op de inhoud van het journaal te
overhoren.
Vaat-sloop
Net voordat Jan en Foekje opstappen om naar hun nachtverblijf af te reizen komt Tineke het woon/slaapgedeelte van de caravan binnenlopen. Zij toont een kleurige sloop die verschijnselen van natheid vertoont. Wat blijkt; Hein heeft, in de verwachting dat hij een vaatdoek pakte, een sloop uit een la getrokken en heeft die bij het afdrogen gebruikt. Na verluidt een typische ‘Hein-actie’. In een lacherige sfeer nemen de buren afscheid van elkaar.