Het is vroeg in de ochtend. De wekker aan het hoofdeinde van
het bed van Jan en Foekje loeit ten
teken dat er weer een nieuw wandelweekend aangebroken is. Omdat we met Tineke
hebben afgesproken dat we elkaar om negen uur aan de boorden van de Rijn zullen
ontmoeten is vroeg vertrek aangezegd. Hein rijdt mee en neemt op de
bijrijdersstoel in de zwarte Focus plaats. Foekje rijdt en Jan hoopt op de
achterbank nog even een knippertje te kunnen maken. Het is immers meer dan
anderhalf uur rijden, dat zou dan mooi even kunnen.
Een steenfabriek
midden op de weg
Als het drietal op het in de tomtom ingegeven adres aankomt valt
hun mond van verbazing open. Het adres klopt, maar ze staan aan de verkeerde
kant van een grote steenfabriek die schijnbaar midden op de weg is gebouwd.
Foekje doet een poging om de fabriek via een smal weggetje te passeren, maar
tevergeefs. Het pad loopt dood. Daar waar het pontje naar Millingen aanmeert
stopt haar poging. Foekje keert de auto en men rijdt via een lange omweg naar
de oostelijke kant van de steenfabriek. Was men aanvankelijk ruimschoots op tijd,
nu arriveert men wat aan de late kant. Hotze en Tineke staan al op de
afgesproken (parkeer)plek. We besluiten hier de koffie alvast te drinken omdat op
de plek waar straks de startauto zal komen te staan het verkeer op niet al te
verre afstand voorbij raast. Hier is het tenminste rustig. Erg rustig
eigenlijk. Op het terrein met plek voor meer dan honderd auto’s, staan slechts drie
geparkeerd , waarvan er eentje ook nog eens weldra zal vertrekken.
Kopje op de kop
Foekje wil ook koffie en reikt haar koffiebekertje aan.
Hein, die haar van koffie wil voorzien, ontdekt net op tijd dat ze het bekertje
op de kop heeft waardoor er geen gaat aan de bovenkant zit. Oeps! Snel draait
ze haar beker om en geniet even later, net als de anderen, van de door Tineke
vers gezette koffie.
De startauto wordt langs de weg naar Zeddam gezet. Bij het
uitstappen wordt de portier voor Hein z’n neus dicht gegooid. Bedankt Jan! De
wandelschoenen worden aangetrokken en de tassen om de schouders gegooid. De
lampjes van de auto lichten op als, door een druk op de afstandsbediening, alle
portieren tegelijk in het slot worden gegooid.
Snel even schuilen onder een groene boom. Waarom we niet op het bankje plaatsnemen? Daar regent het |
Brijwein
Het pad zet in met een lichte stijging. Het is bewolkt weer.
De temperatuur is wel oké, maar de lucht ‘staat als een ‘papwagen’ (vrije
vertaling van het Friese gezegde: ‘stiet as in brijwein’). Als we een half
uurtje onderweg zijn begint het zowaar wat te regenen. We denken dat het wel
meevalt en spoedig weer droog wordt,
maar de regen is toch heftiger dan we hadden kunnen bevroeden. Dan toch
maar even schuilen. Onder een dicht bladerdek van een jonge boom schuilen we de
bui af. Het is broeierig warm in de bossen en we zijn het er met zijn allen
over eens dat het straks wel eens weer zal kunnen gaan regenen. Maar toch
monter en vol goede moed stappen we verder. Het is als vanouds gezellig.
De natuur geeft het zelf al aan: het wordt herfst |
Deutsch für Anfänger
Net voordat we de vierbaansweg Arnhem – Oberhausen oversteken
wandelen we Duitsland in. “Ab hier wird nur noch hoch Deutsch gesprochen”. Jan
wordt in klare Fryske taal te verstaan gegeven dat de meningen hierover nogal
verschillen.
Via allerlei smalle paden komen we op een punt waar een
bankje staat. Om de hongerige lopers onder ons de gelegenheid te geven zich te
voeden besluiten we er kort ‘Halt’ te houden. Het miezert een beetje maar de
machtige beukenboom waaronder we zitten keert het hemelwater. Een Duits
echtpaar met aan het einde van een lijn een Duitse herdershond komt voorbij
gelopen. “Der Hund belt”. Maar dat doet ‘ie dan wel op zijn Duits; anders werkt
zo’n grapje niet.
Hoch Elten
Als we opstaan om verder te gaan is het gestopt met zachtjes
regenen. De regen komt echt met Duitse bakken uit de lucht. Foekje en Jan
hullen zich allengs in hun poncho’s. De familie Brouwer denkt het zich plotseling
openbarende natuurgeweld met regenjassen te kunnen bestrijden.
Na een halve kilometer arriveren we in Hoch Elten. Op de
Elterberg is in het jaar 967 een vrouwenklooster gesticht waarvan de Sankt
Vituskirche nog het belangrijkste overblijfsel is. De kerk die vele malen is
verwoest, is evenzo vele malen weer opgebouwd. De laatste keer na de tweede
wereldoorlog. Achter de kerk, die op het hoogste punt is gebouwd, is een belvédère
dat bij helder weer een indrukwekkend uitzicht op het Rijndal geeft. Hotze
neemt de moeite om te kijken of het uitzicht wat is, maar het uitzicht blijft
uit zicht. Regen en mist houden het dal voor het oog verborgen.
Hotze devieert andermaal van de route door naar een torentje
te lopen wat de 1000 jaar oude Drususput herbergt. De waterput is genoemd naar de
Romeinse veldheer Drusus die, toen hier een legerplaats lag ter bewaking van de
noordgrens van het Romeinse Rijk, de scepter zwaaide. De put heeft een diepte
van 57 meter. Helaas is het gebouwtje vandaag voor bezoekers gesloten.
Het uitzicht dat geen uitzicht is |
Alle zeilen bijzetten
Terwijl we via een steil pad de heuvel afwandelen raakt het
bladerdek van de bomen verzadigd en klettert de regen in dikke druppen naar
beneden. Nu besluiten ook Hotze en Tineke de poncho’s aan te trekken. Onder het
mom van ‘nat is nat’ volhardt Hein in het dragen van een regenjas. We glibberen
de heuvel af.
Omdat het zo stevig regent bewaart Tineke haar routeboek onder
haar en Jan zijn GPS onder zijn poncho. We laten ons op het pad leiden door de
rood-witte routetekens die langs de route zijn aangebracht. Wanneer we, na een
snelle trein te hebben laten passeren, het spoor oversteken wandelen we
rechtsaf. We willen rechtdoor, maar die weg is met een rood-wit kruis
gemarkeerd en is dus ‘verboden in te wandelen’ voor Pieterpadwandelaars. Even
later, als we op een wat drogere plek
staan en Tineke en Jan kort de gelegenheid hebben om de route te bekijken,
blijkt dat we niet goed gelopen zijn. Maar als we doorwandelen komen we weer op
het gebaande pad. Onderweg ontdekken we nog meer rood-witte routestickers, maar
die worden vakkundig door ons genegeerd. We lopen ongeveer twee kilometer meer
dan onze Pieterpadroute lang is.
Hoch Elten op de Duitse Eltenberg. Wij wandelen nu weer in Nederland: in de Gelderse Poort |
Spijk
Net voor het plaatsje Spijk wordt het iets droger. Als we op
een splitsing weer door wit-rode routeaanwijzingen in de war dreigen te worden
gebracht besluiten we de route van de GPS te volgen. En zo komen we uit bij de
enige kroeg die het kleine dorpje rijk is. We hangen onze natte kloffie over
een paar uitsteeksels aan de buitenmuur en lopen enigszins verregend de kroeg
in.
Het is zowaar niet eens een kroeg maar meer een zaaltje
waarin maar een paar tafels en stoelen staan. De ruimte wordt grotendeels gevuld
door een enorme biljarttafel en een groot afgezet deel waar met darts gegooid
kan worden zonder dat daarbij iemand geraakt wordt. We hebben allen wel trek in
een kop lekker warme koffie. En even later komt de ober met de bestelde tosti’s
en broodjes bal.
Als we na een half uurtje weer buiten staan is het droog. De
poncho’s kunnen weer in de tas. We stappen richting de rivierdijk. De dijk
loopt evenwijdig aan de rivier. Het zicht is wederom slecht. Het is donker en
heiig weer en de wandeling op de kilometers lange rechte weg langs de Rijn is weinig
inspirerend.
De lange saaie rechte weg geeft, in combinatie met het donkere weer, weinig inspiratie voor een wandeling |
Tol betalen?
In Tolkamer, in een klein parkje langs de rivier, drinken we
onze ‘homebrewed’
koffie die de hele route al in de thermoflessen op onze ruggen heen en weer
schommelt. Het bankje is nat maar de poncho’s van Foekje en Jan bieden een
droge zit. Als we even later weer langs de Rijn wandelen begint het andermaal
te regenen. We betalen nu onze tol voor de koffiepauze; we hadden, als we door
waren gewandeld, nu al bij de auto kunnen zijn. Een kilometer voor het einde
van de etappe wordt het droog waardoor we de gelegenheid krijgen om de Tolkamer War Cemetery, dat zich direct langs de route bevindt, even te betreden.
Het in het groene lover verscholen begraafplaatsje is de laatste rustplaats van
vijf Engelse en drie Canadese vliegeniers die in deze omgeving zijn aangespoeld.
Tot vlak voordat we bij de finishauto zijn regent het stevig. We hebben
onderweg de afspraak gemaakt dat als het bij de finish droog is en droog blijft
we tot aan het pontje wandelen. Is er een grote kans op regen zijn dan stoppen
we bij de auto. Vanwege de dreigende luchten besluiten we bij de auto te
stoppen. Met toch een licht schuldgevoel nemen we plaats in de auto. Maar we
hebben vandaag genoeg regen gehad.
Verweerde grafstenen op de Tolkamer War Cemetery |
Macaroni of BBQ
We pikken de startauto op en rijden via de brug bij Emmerich
am Rhein naar Millingen. Hotze en Tineke hun Kip Compact staat op de
plaatselijke camping. Jan en Foekje hebben voor een paar euries een hotelletje
in het centrum geboekt. Op de weg naar Millingen breekt er een waar noodweer
los. Het regenwater komt met bakken naar beneden. De ruitenwissers hebben
moeite de waterstroom weg te zemen. En terwijl de familie Brouwer zich naar de
camping begeeft, duiken Jan en Foekje hun hotel in, op zoek naar een warme
douche.
Na de douche rijden Foekje en Jan naar Almere Buiten waar vrienden
die avond een BBQ geven. Het weer is inmiddels opgeknapt en de zon staat er alweer
lekker bij. Op de camping geniet men van een stevig bord macaroni en jouïsseren
daarbij van een glas lekkere rode wijn, getuige de foto die via WhatsApp aan de
BBQ-ers wordt toegezonden.
Het aantal foto's dat vandaag gemaakt is is minimaal. Met slecht weer ligt het fototoestel lekker droog onder in de rugtas. Vandaar.