zaterdag 30 augustus 2014

Braamt - Millingen aan de Rijn (20 kilometer)

Het is vroeg in de ochtend. De wekker aan het hoofdeinde van het bed van Jan en Foekje loeit  ten teken dat er weer een nieuw wandelweekend aangebroken is. Omdat we met Tineke hebben afgesproken dat we elkaar om negen uur aan de boorden van de Rijn zullen ontmoeten is vroeg vertrek aangezegd. Hein rijdt mee en neemt op de bijrijdersstoel in de zwarte Focus plaats. Foekje rijdt en Jan hoopt op de achterbank nog even een knippertje te kunnen maken. Het is immers meer dan anderhalf uur rijden, dat zou dan mooi even kunnen.

Een steenfabriek midden op de weg
Als het drietal op het in de tomtom ingegeven adres aankomt valt hun mond van verbazing open. Het adres klopt, maar ze staan aan de verkeerde kant van een grote steenfabriek die schijnbaar midden op de weg is gebouwd. Foekje doet een poging om de fabriek via een smal weggetje te passeren, maar tevergeefs. Het pad loopt dood. Daar waar het pontje naar Millingen aanmeert stopt haar poging. Foekje keert de auto en men rijdt via een lange omweg naar de oostelijke kant van de steenfabriek. Was men aanvankelijk ruimschoots op tijd, nu arriveert men wat aan de late kant. Hotze en Tineke staan al op de afgesproken (parkeer)plek. We besluiten hier de koffie alvast te drinken omdat op de plek waar straks de startauto zal komen te staan het verkeer op niet al te verre afstand voorbij raast. Hier is het tenminste rustig. Erg rustig eigenlijk. Op het terrein met plek voor meer dan honderd auto’s, staan slechts drie geparkeerd , waarvan er eentje ook nog eens weldra zal vertrekken.

Kopje op de kop
Foekje wil ook koffie en reikt haar koffiebekertje aan. Hein, die haar van koffie wil voorzien, ontdekt net op tijd dat ze het bekertje op de kop heeft waardoor er geen gaat aan de bovenkant zit. Oeps! Snel draait ze haar beker om en geniet even later, net als de anderen, van de door Tineke vers gezette koffie.
De startauto wordt langs de weg naar Zeddam gezet. Bij het uitstappen wordt de portier voor Hein z’n neus dicht gegooid. Bedankt Jan! De wandelschoenen worden aangetrokken en de tassen om de schouders gegooid. De lampjes van de auto lichten op als, door een druk op de afstandsbediening, alle portieren tegelijk in het slot worden gegooid.

Snel even schuilen onder een groene boom.
Waarom we niet op het bankje plaatsnemen? Daar regent het
Brijwein
Het pad zet in met een lichte stijging. Het is bewolkt weer. De temperatuur is wel oké, maar de lucht ‘staat als een ‘papwagen’ (vrije vertaling van het Friese gezegde: ‘stiet as in brijwein’). Als we een half uurtje onderweg zijn begint het zowaar wat te regenen. We denken dat het wel meevalt en spoedig weer droog wordt,  maar de regen is toch heftiger dan we hadden kunnen bevroeden. Dan toch maar even schuilen. Onder een dicht bladerdek van een jonge boom schuilen we de bui af. Het is broeierig warm in de bossen en we zijn het er met zijn allen over eens dat het straks wel eens weer zal kunnen gaan regenen. Maar toch monter en vol goede moed stappen we verder. Het is als vanouds gezellig.

De natuur geeft het zelf al aan: het wordt herfst
Deutsch für Anfänger
Net voordat we de vierbaansweg Arnhem – Oberhausen oversteken wandelen we Duitsland in. “Ab hier wird nur noch hoch Deutsch gesprochen”. Jan wordt in klare Fryske taal te verstaan gegeven dat de meningen hierover nogal verschillen.
Via allerlei smalle paden komen we op een punt waar een bankje staat. Om de hongerige lopers onder ons de gelegenheid te geven zich te voeden besluiten we er kort ‘Halt’ te houden. Het miezert een beetje maar de machtige beukenboom waaronder we zitten keert het hemelwater. Een Duits echtpaar met aan het einde van een lijn een Duitse herdershond komt voorbij gelopen. “Der Hund belt”. Maar dat doet ‘ie dan wel op zijn Duits; anders werkt zo’n grapje niet.

Of wij 'Befugte' waren, zijn we niet te weten gekomen
Hoch Elten
Als we opstaan om verder te gaan is het gestopt met zachtjes regenen. De regen komt echt met Duitse bakken uit de lucht. Foekje en Jan hullen zich allengs in hun poncho’s. De familie Brouwer denkt het zich plotseling openbarende natuurgeweld met regenjassen te kunnen bestrijden.
Na een halve kilometer arriveren we in Hoch Elten. Op de Elterberg is in het jaar 967 een vrouwenklooster gesticht waarvan de Sankt Vituskirche nog het belangrijkste overblijfsel is. De kerk die vele malen is verwoest, is evenzo vele malen weer opgebouwd. De laatste keer na de tweede wereldoorlog. Achter de kerk, die op het hoogste punt is gebouwd, is een belvédère dat bij helder weer een indrukwekkend uitzicht op het Rijndal geeft. Hotze neemt de moeite om te kijken of het uitzicht wat is, maar het uitzicht blijft uit zicht. Regen en mist houden het dal voor het oog verborgen.
Hotze devieert andermaal van de route door naar een torentje te lopen wat de 1000 jaar oude Drususput herbergt. De waterput is genoemd naar de Romeinse veldheer Drusus die, toen hier een legerplaats lag ter bewaking van de noordgrens van het Romeinse Rijk, de scepter zwaaide. De put heeft een diepte van 57 meter. Helaas is het gebouwtje vandaag voor bezoekers gesloten.

Het uitzicht dat geen uitzicht is
Alle zeilen bijzetten
Terwijl we via een steil pad de heuvel afwandelen raakt het bladerdek van de bomen verzadigd en klettert de regen in dikke druppen naar beneden. Nu besluiten ook Hotze en Tineke de poncho’s aan te trekken. Onder het mom van ‘nat is nat’ volhardt Hein in het dragen van een regenjas. We glibberen de heuvel af.
Omdat het zo stevig regent bewaart Tineke haar routeboek onder haar en Jan zijn GPS onder zijn poncho. We laten ons op het pad leiden door de rood-witte routetekens die langs de route zijn aangebracht. Wanneer we, na een snelle trein te hebben laten passeren, het spoor oversteken wandelen we rechtsaf. We willen rechtdoor, maar die weg is met een rood-wit kruis gemarkeerd en is dus ‘verboden in te wandelen’ voor Pieterpadwandelaars. Even later, als we op een wat  drogere plek staan en Tineke en Jan kort de gelegenheid hebben om de route te bekijken, blijkt dat we niet goed gelopen zijn. Maar als we doorwandelen komen we weer op het gebaande pad. Onderweg ontdekken we nog meer rood-witte routestickers, maar die worden vakkundig door ons genegeerd. We lopen ongeveer twee kilometer meer dan onze Pieterpadroute lang is.

Hoch Elten op de Duitse Eltenberg. Wij wandelen nu weer in Nederland: in de Gelderse Poort
Spijk
Net voor het plaatsje Spijk wordt het iets droger. Als we op een splitsing weer door wit-rode routeaanwijzingen in de war dreigen te worden gebracht besluiten we de route van de GPS te volgen. En zo komen we uit bij de enige kroeg die het kleine dorpje rijk is. We hangen onze natte kloffie over een paar uitsteeksels aan de buitenmuur en lopen enigszins verregend de kroeg in.
Het is zowaar niet eens een kroeg maar meer een zaaltje waarin maar een paar tafels en stoelen staan. De ruimte wordt grotendeels gevuld door een enorme biljarttafel en een groot afgezet deel waar met darts gegooid kan worden zonder dat daarbij iemand geraakt wordt. We hebben allen wel trek in een kop lekker warme koffie. En even later komt de ober met de bestelde tosti’s en broodjes bal.

Als we na een half uurtje weer buiten staan is het droog. De poncho’s kunnen weer in de tas. We stappen richting de rivierdijk. De dijk loopt evenwijdig aan de rivier. Het zicht is wederom slecht. Het is donker en heiig weer en de wandeling op de kilometers lange rechte weg langs de Rijn is weinig inspirerend.

De lange saaie rechte weg geeft, in combinatie met het donkere weer, weinig inspiratie voor een wandeling
Tol betalen?
In Tolkamer, in een klein parkje langs de rivier, drinken we onze ‘homebrewed’ koffie die de hele route al in de thermoflessen op onze ruggen heen en weer schommelt. Het bankje is nat maar de poncho’s van Foekje en Jan bieden een droge zit. Als we even later weer langs de Rijn wandelen begint het andermaal te regenen. We betalen nu onze tol voor de koffiepauze; we hadden, als we door waren gewandeld, nu al bij de auto kunnen zijn. Een kilometer voor het einde van de etappe wordt het droog waardoor we de gelegenheid krijgen om de Tolkamer War Cemetery, dat zich direct langs de route bevindt, even te betreden. Het in het groene lover verscholen begraafplaatsje is de laatste rustplaats van vijf Engelse en drie Canadese vliegeniers die in deze omgeving zijn aangespoeld. Tot vlak voordat we bij de finishauto zijn regent het stevig. We hebben onderweg de afspraak gemaakt dat als het bij de finish droog is en droog blijft we tot aan het pontje wandelen. Is er een grote kans op regen zijn dan stoppen we bij de auto. Vanwege de dreigende luchten besluiten we bij de auto te stoppen. Met toch een licht schuldgevoel nemen we plaats in de auto. Maar we hebben vandaag genoeg regen gehad.
Verweerde grafstenen op de Tolkamer War Cemetery

Macaroni of BBQ
We pikken de startauto op en rijden via de brug bij Emmerich am Rhein naar Millingen. Hotze en Tineke hun Kip Compact staat op de plaatselijke camping. Jan en Foekje hebben voor een paar euries een hotelletje in het centrum geboekt. Op de weg naar Millingen breekt er een waar noodweer los. Het regenwater komt met bakken naar beneden. De ruitenwissers hebben moeite de waterstroom weg te zemen. En terwijl de familie Brouwer zich naar de camping begeeft, duiken Jan en Foekje hun hotel in, op zoek naar een warme douche.

Na de douche rijden Foekje en Jan naar Almere Buiten waar vrienden die avond een BBQ geven. Het weer is inmiddels opgeknapt en de zon staat er alweer lekker bij. Op de camping geniet men van een stevig bord macaroni en jouïsseren daarbij van een glas lekkere rode wijn, getuige de foto die via WhatsApp aan de BBQ-ers wordt toegezonden.

Het aantal foto's dat vandaag gemaakt is is minimaal. Met slecht weer ligt het fototoestel lekker droog onder in de rugtas. Vandaar.