De weersvoorspellingen waren niet helemaal naar de wens van
de wandelaars, maar toch besluiten de buren van It Roer 7 en 9 weer een weekendje
te gaan wandelen. Omdat de caravan schoon in de garage van nummer 7 staat,
wordt besloten om met z’n vijven een B&B als slaapplaats te gebruiken. Na
enig beraad wordt Bed & Breudje in het Limburgse Asselt gereserveerd om als
uitvalsbasis te gebruiken. En omdat de afstand naar de wandeletappes steeds
groter wordt, reizen we op vrijdag in plaats van zaterdag af. Zo voorkom je
stress en drukte op de vroege zaterdagochtend en kun je lekker relaxed en
uitgeslapen aan de tocht beginnen.
Jan en Foekje reizen vrijdagmiddag om drie uur af en de
Brouwertjes doen dat een uur later. Het heeft geen zin om achter elkaar aan te
rijden. In de drukte op de weg raak je elkaar toch al gauw uit het zicht. In
elk geval is de wandelclub rond een uur of zeven in de avond weer compleet. In
de ‘woonkamer’ van de B&B wordt koffie gedronken en honderd uit gepraat
over de drukke Nederlandse wegen. We kijken het journaal, maar door de slechte
verbinding krijgen we een groot deel van de uitzending niet mee, zodat we
besluiten de tv maar uit te doen. Jan zorgt ervoor dat er tussen de gesprekken
door muziek klinkt via Spotify.
Het is lekker warm in de kamer en de stemming is opperbest.
Hein maakt Hotze, die zijn nieuwe telefoon bij zich heeft, wegwijs in de
wondere wereld van Word-Feud en even later klingelen belletjes door de ruimte,
ten teken dat er weer een woord is aangescrabbeld.
Het ontbijt wordt vanaf acht uur geserveerd. We kunnen zelf
koffie en thee zetten voor onderweg. Een luxe die je niet overal tegenkomt. Verder
is er van luxe geen sprake, het ontbijt is erg ‘basic’. Maar we vermaken ons
allen opperbest. Zeker als Hein thee probeert te zetten van een leeg theezakje,
Foekje schrikt van het brood dat uit de broodrooster springt en Hotze Tineke
koud theewater inschenkt.
Maar eerst is er koffie |
De natuur is van het begin af schitterend mooi |
Na de ochtendperikelen rijden we eerst de finishauto op zijn
plaats. We kiezen ervoor om vandaag naar Spik te wandelen; een gehuchtje op
steenworpafstand van Roermond. Via de vierbaansweg rijden we terug naar
Belfeld, waar we op exact dezelfde plaats, achter de startauto onze ‘ochtendkoffie’ drinken. En dan? Dan kunnen we los. O nee,
toch niet. “Hotze en Tineke, jullie lopen toch altijd met een wandelstok”?
De eerste kilometers gaan op en neer over de heuvelrug die
aan de rand van het Maasdal ligt. Op sommige plekken is de afgrond, waarlangs
we lopen, zeer steil. Wij lopen in Duitsland terwijl de helling Nederlands
grondgebied is. Helaas biedt de heuvelrug niet of nauwelijks vergezichten door
de vele bomen die op de helling staan. Bovendien kun je, met het risico dat je
je verstapt en het ravijn in kukelt, niet te veel om je heenkijken. Het is in
ieder geval een mooi begin van de dagmars van vandaag.
De route wordt goed aangegeven, maar het is zaak om op de juiste pijlen te letten |
Bovenop de heuvel met rechts het ravijn(tje) |
Plotseling buigt het pad af en daalt het sterk en komen we
in de Maasvallei terecht. Het minder interessante pad hier gaat kilometers
rechtdoor en voert ons uiteindelijk ‘am Weißen Stein’. Hier moet ooit een grote
witte steen hebben gelegen, ter markering van de grens. Maar de steen in
kwestie is nergens meer te bekennen. Hij moet hier eeuwen lang gelegen hebben,
maar nu is hij foetsie. Mogelijk was de steen al een Romeinse grensmarkering.
Op deze plek kwam de Romeinse weg van Heerlen naar Xanten het Maasdal binnen. Na
het vertrek van de Romeinen zou ‘Witte Stein’ een Frankische gerechtsplaats
zijn geweest waar recht werd gesproken en werd beslist over leven en dood. Een
veroordeelde werd tegen de steen geworpen met de woorden: “Je wordt tegen de
Witte Steen gestoten, je keert niet meer terug naar huis en haard”. Daarna werd
de beklaagde opgehangen op de nabije heide. Van dat alles is niets terug te
vinden. De grensovergang bestaat nu nog uit twee café’s en de laatste ‘Grenzladen’,
een klein winkeltje waar het voor Duitsers goedkoper boodschappen doen is.
Het is dat we het inderdaad beter weten, want anders waren we hier echt gestopt |
Hotze en Jan op het (lange) rechte pad |
We wandelen verder langs de grens. Soms lopen we in
Duitsland en dan weer in Nederland. Langs de grens lopen we langs een aantal dichtgemetselde
Duitse kazematten; overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog. Links van het pad
bevindt zich het Duitse Brachter Wald wat ooit het grootse munitiedepot van
Europa herbergde. Rechts is de uitgestrekte Maasvalei die, vanwege zijn
vruchtbare grond, een breed scala aan gewassen oplevert. Zo zien we onderweg
grote velden met bloemkolen, aardbeien en prei. Maar ook groeien er kerstbomen.
Foekje zoekt er voor de komende feestdagen alvast eentje uit.
En overal mooie doorkijkjes |
Bij een weiland met Schotse Hooglanders drinken we koffie. En wat weer een mooi uitzicht |
We lopen nog één keer Duitsland binnen en wandelen in een
stevige klim naar het niveau van de heuvels aan de rand van het dal. Hein duwt
zijn moeder de heuvel op.
Hein steekt moeder even een handje toe |
Waarover praten zij? Toch hopelijk niet over Biotex |
Na vele kilometers langs de grens en saai rechtdoor
draait het pad af naar het westen. Op een bankje drinken we koffie en eten we
onze broodjes. Niet ver voor ons zien we het beekje de Swalm stromen. Het
vervolg gaat dan langs de sterk meanderende beek richting Swalmen. Zo loop je
langs het water en dan verdwijnt de beek weer met een scherpe bocht om even
later weer tevoorschijn te komen. Dit deel van de route is in tegenstelling tot
het eerste deel bijzonder afwisselend, wat ook het enthousiasme van de individuele
wandelaar terug doet keren. We passeren ook de landweer ‘de Wolfsgraaf’. Deze
verdedigingswal dateert van 1650 en bestaat uit twee evenwijdige sloten van 2
meter diep en een wal van aarde er tussenin. Deze wal is beplant met doornen en
ander dicht gewas. Knappe jongen die daar doorheen kwam. Bij de doorgangen
stond een wacht of een tollenaar. Vandaag hoeven we gelukkig geen tol te
betalen.
Een troon van een zetel |
Onderweg komen we ook boomstammen tegen waarin stoelen zijn
uitgezaagd. Hier moeten natuurlijk een paar vrolijke plaatjes van worden
gemaakt.
Tineke haar fototoestel is, toen ze op hurken langs de Swalm
een foto maakte en door Jan omhoog werd gesjord, geblesseerd geraakt. Het
toestel geeft een foutmelding en op een gegeven moment wil het objectief niet
meer invouwen. Gelukkig is het euvel door een eenvoudige ingreep te repareren.
Weer zo'n fijn bankje in een mooi setting |
De hevig meanderende Swalm vlak bij Swalmen |
Tineke fotografeert vanuit kikkerperspectief. Als dat maar geen snoek-perspectief wordt |
We komen aan in het plaatsje Swalmen of zoals men het in
Limburgs dialect ‘Zjwame’ noemt. De drukke doorgaande weg, waarlangs je vroeger
reed als je naar Roermond wilde, steken we over bij een verkeerslicht. Ondanks
dat de A73 is aangelegd, is deze secundaire weg nog altijd druk bereden. Het
verkeerslicht is in dat opzicht geen overbodige luxe. Over de Kerkbrug lopen we
het minder interessante centrum van Swalmen in, waarvan alleen de Lambertuskerk
en het tot café omgedoopte oude raadhuis nog enige charme hebben. Op de brug
staat een beeldje van de heilige Lambertus die ons, met een vinger voor de
mond, tot stilte maant. Tineke en Jan kiezen op de markt, voor de kerk, de
volgende route van het Pieterpad op hun GPS.
De kerkbrug met daarop een beeltenis van de Heilige Lambertus. Ssssssttt!! |
De kippen van het dierentuintje achter de kerk ontlokken
Hotze kakelende geluiden. Een al wat oudere vrouw die op een bankje een boek
zit te lezen kijkt verwonderd op. Tineke verontschuldigt zich voor het gedrag
van haar eega met: “En daar ben ik nou mee getrouwd.” De vrouw reageert hierop
door te zeggen dat het een Godsgeschenk is. Gelukkig dan maar!
Dat zijn er dus al vier. Waar zijn die andere drie? |
Als we Swalmen uitwandelen komen we langs twee ezels. Maar even
later lopen er ineens zeven. We hebben een Pieterpadmarkering over het hoofd
gezien en zijn verkeerd gelopen. Die twee ezels in het weiland zijn dus niet de
enigen, er loopt ook een vijftal op straat. Het kleine paadje aan de
rechterhand hebben we gemist. Het smalle pad wat veel weg heeft van een oud
‘kerkenpad’ voert ons het dorp uit en brengt ons tot kasteel Hillenraedt. Dit
kasteel, waarvan men zegt dat het tot de mooiste van ons land behoort, is een
14e eeuws slot dat eigendom was van de heren van Swalmen en Asselt.
Verboden toegang voor onbevoegden |
Kasteel Hillenraedt is een juweel van een kasteel |
Deze edelen waren leenroerig aan Gelre. Het kasteel dat door de eeuwen heen
steeds verbouwd is, is in 1910 betrokken door Herman graaf Wolff Metternich.
Het slot verkeerde in verwaarloosde toestand, maar is toen helemaal
gerestaureerd. Sinds de 14e eeuw is het kasteel in de familie
gebleven en wordt vandaag de dag nog bewoond door de gravin Wolff Metternich.
Jammer genoeg attenderen een aantal grote verbodsborden ons
erop dat we het terrein niet mogen betreden. De foto’s worden van afstand
gemaakt.
De hoogste bomen zijn al bijna al hun bladeren kwijt |
We wandelen door de grafelijke bossen die gekenmerkt worden
door statige beukenlanen. Zelden hebben we beuken gezien die zo hoog waren.
Dan plotseling gaat Foekje haar telefoon. Het is Desiree,
een nicht van Jan, die vlak bij Roermond woont. Op een Facebook-post van maart
van Jan over het Pieterpad had ze gereageerd door te vragen of ze de vlaai alvast
moest snijden en de koffie aan moest drukken. Jan heeft gisteren een berichtje
gestuurd dat we bijna aan de vlaai toe waren. Desiree vraag waar we elkaar
kunnen ontmoeten. Morgen maar.
Op een bankje, in de zon, nemen we tijd voor thee en nog wat
versterking voor de inwendige mens. In een weiland ernaast staan twee ‘Friezen
om útens’. Het zijn twee prachtige Friese paarden die ons, bijna net zolang wij
het bankje bezet houden, scherp in de gaten houden. Jan heeft ze elk een paar
handen vol gras gegeven en nu zijn ze niet meer bij ons weg te slaan.
Na de thee en brood wandelen we Boukoul (uit te spreken als:
Boekoel) in. Maar even snel als we het binnenwandelen zijn we er weer uit. We
passeren een voetbalveld waar de plaatselijke VV haar thuiswedstrijden
afschopt. Een van de teams heeft dezelfde tenuekleuren als de korfbalvereniging
uit Buitenpost. Of dit nou het thuis- of het uitteam is, wordt ons tijdens het
voorbijgaan niet duidelijk.
Op een schijnbaar onbeduidend pad, net ten zuiden van
Boukoul, wijst Foekje ons op de tekst van een bordje in de begroeide walkant.
We wandelen over een deel van de Romeinse weg die van Coriovallum naar Colonia
Ulpia Traiana liep. Tegenwoordig dus tussen Heerlen en Xanten. Deze beide
plaatsen waren in die tijd halteplaatsen (statio’s) op de heirbaan van Aken
(Aquisgranum) en Nijmegen (Noviamagi). Dit pad is, net als het stuk Romeinse
weg wat we vandaag eerder ook al hebben gewandeld, nog steeds in gebruik. Door
dat te weten maakt je kijk op de wereld voor dat moment net even anders. Je
wandelt op een traject wat 2000 jaar oud is. Hoe nietig is het mensenleven in
de eeuwigheid.
Woonappartementen met een heuse brug voor de deur |
Nog even aanmodderen
Na deze overdenking wandelen we langs de adellijke
kasteelboerderij ‘Zuidewijck Spick’. Deze boerderij is verbonden aan kasteel
Hillenraedt en dateert uit de 16e en 17e eeuw. Getuige de
vele naamplaatjes en even zovele postbussen langs de weg hebben we de indruk
dat het geheel in diverse appartementen is opgedeeld. We zijn het er met elkaar
over eens dat het hier wel bijzonder leuk wonen is.
Na de imposante boerderij verlaten we de verharde weg en
wandelen een langs een bos grenzend pad op. Het eerste stuk is nat en
glibberig, maar op zich wel te doen. Na een haakse bocht zwaait het pad de
weilanden in en wordt het bijna onbegaanbaar. We besluiten het prikkeldraad
over te stappen en in een beter stuk grasland onze weg te zoeken. Tja, het
heeft de afgelopen dagen natuurlijk wel wat geregend en dan kun je dit
verwachten.
Net voor Spik steken we de drukke N68 van Roermond naar Mönchengladbach
over. Nog een kilometer gaat het dwars door een weiland waar je, om niet in een
stuk Limburgse koeienvlaai te stappen, goed uit moet kijken. Voor je het weet heb
je kak aan je hak. En omdat we bijna bij de auto zijn wil je dat zeker niet
onder aan je schoen hebben.
Swiebertje Brouwer |
In de verte zien we de zwarte Focus al staan. Via een breed
wandelpad komen we uiteindelijk weer op de verharde weg. Net daarvoor steekt
Hotze een handschoen, die verloren op het pad ligt, aan zijn wandelstok en
loopt daarmee als een soort Swiebertje tot aan de weg.
We kloppen onze schoenen, zo goed en zo kwaad het gaat, vrij
van modder en drek en rijden naar onze B&B in Asselt. In Roermond kopen we
in eenAH XXXXL een paar flesjes oud bruin voor de dames vanavond en een zak chips voor Hein. Het is een klein
maar bijzonder druk parkeerterrein waar we de auto parkeren op een plaats waar
normaliter motoren mogen staan, getuige het bord dat daarvoor is geplaatst. Wij
doen maar net of zijn we hier in een Harley Davidson. We rijden de P af en gaan
richting ons slaapadres. Maar voordat we daar aankomen lopen Jan en Foekje nog
even de plaatselijke taveerne binnen om te vragen of ze voor vanavond voor het
diner een tafel kunnen reserveren. “Helaas mevrouw, we zitten helemaal vol.
Voor zaterdagavonden moet u minstens een week van tevoren reserveren”. Dat
hebben we niet geweten. Dan wordt hier niet gegeten. Dat wordt vanavond een hapje eten in Roermond.
De dames worden bij de B&B uit de auto gezet en de heren
gaan gedrieën de rode Focus halen. Jan heeft de routeplanner aangezet, maar het
straatadres in Belfeld is niet meer in het systeem aanwezig, waardoor ze,
helemaal binnendoor, uiteindelijk midden in Belfeld arriveren. Maar de auto
staat langs de grens met Duitsland. Na wat korte omhalen staan ze dan zomaar
weer achter de rode auto en gaat het via de vierbaansweg terug naar Asselt.
Een niet warme hap
Na een lekkere douche en koffie stappen we in de auto en
rijden naar Roermond voor een hapje en een drankje. Dat de uitgaanscultuur in
het zuiden anders is dan in Fryslân valt ons op als er in bijna alle
restaurants die we aandoen, geen plaats meer is. Uiteindelijk, en dan zijn we bijna
drie kwartier verder, kunnen we in een Italiaans restaurant aanschuiven. Het
wordt voor iedereen een pasta, waarbij opvalt dat de porties lekker, maar behoorlijk
aan de kleine kant zijn. Foekje haar pasta is daarbij ook nog wat koud, dus
wordt het bord teruggegeven. Helaas is ook het tweede bord niet erg warm. Gelukkig
maakt de kwaliteit en de kwantiteit van het toetje iets goed van dit
restaurantbezoek.
Oud bruin, geschreven met twee keer waardwoorde |
In de B&B drinken we een biertje en wordt er via de
telefoon op het scherpst van de snede gescrabbeld. Hotze meent een woord extra
punten te kunnen geven door twee keer ‘waardwoorde’. Sorry Hotze, maar dat telt
niet.