zondag 9 november 2014

Spik - Echt (20 kilometer)

Zoals een dag eerder kunnen we ook vandaag om acht uur aan het ontbijt. Het lijkt een zaak van gewenning want het gaat er minder hectisch aan toe dan een dag eerder. De koffiezetmachine en de waterkoker draaien overuren om de thermos gevuld te krijgen. Een aantal tassen staat al onder de trap in de hal en na het ontbijt worden de resterende valiezen van de slaapkamers naar beneden gesjouwd. En nadat de genoten biertjes van het weekend met de plaatsvervangend waardin zijn verrekend, gaan we naar buiten en pakken de spullen in de desbetreffende vierwielers.

Zijaanzicht van de B&B "Bed en Breudje" in Asselt
Rechts de 'huiskamer' waar het warm en gezellig was
Het is negen uur. De zon staat al een eindje boven de einder, maar het is frisjes. De grote jachthaven voor de B&B is helemaal leeg. In de verte dobbert slechts een kano.

.... In de verte dobbert slechts een kano
Eerst rijden we de finishauto naar zijn plek en omdat we niet ver van de autosnelweg verwijderd zijn zitten we zo op de route naar Maastricht. Bij afslag 11 draaien we af en zoeken met behulp van de TomTom de juiste plek op. We parkeren de auto op een kleine parkeerplaats waar op dat moment ook al andere auto’s geparkeerd staan. De uitdossing van de passagiers daarvan doet ons vermoeden dat er in deze omgeving vandaag een wandeltocht wordt georganiseerd. Stilletjes hopen we dat we daar onderweg geen (over)last van zullen ondervinden.
Als we twintig minuten later de startauto op dezelfde plek zetten als waar gisteren de finishauto stond, drinken we natuurlijk eerst koffie. Hotze en Tineke moeten hun wandelschoenen nog aandoen, iets wat gewoontegetrouw met enig ritueel gepaard gaat. Achter de auto, in een vaal zonnetje en een zacht edoch fris windje, genieten we van de warme koffie. De sfeer zit er weer goed in.

Het is frisjes, maar de koffie warmt ons meteen lekker op
IJzeren platen
De aanvang van de etappe van vandaag gaat over dikke ijzeren rijplaten die in een weiland zijn gelegd om zwaar landbouwverkeer ter verhinderen het pad aan gort te rijden. Op deze manier houden we droge schoenen. Ook zijn de koeienvlaaien makkelijker te herkennen dan dat ze in het gras zouden liggen. Aan het einde van de verharding gaat het verder door het hoge en natte gras van het weiland.

Het pad is soms maar moeilijk te onderscheiden 
De stad Roermond blijft in zicht met ervoor langs de drukte van de vierbaansweg
We wandelen in de buurt van Remunj. De stad is op het punt waar de Roer in de Maas uitmondt ontstaan en heeft op dit moment 57.000 inwoners. Roermond kreeg al in 1231 stadrechten en is sindsdien altijd een belangrijke handelsstad geweest. Aan de overkant van de A73 zien we de bebouwing van deze middelgrote stad; vele verdiepingen hoge flats en de 156 meter hoge zendmast domineren de Roermondse skyline.
 
Hoe sterk is de eenzame wandelaar die krom gebogen over het pad
de heuvel op, zichzelf een weg baant (vrij naar "Jimmy" van Boudewijn de Groot)
En precies op het moment dat we uitspreken de bebouwing en de drukte beu te zijn slaat de route linksaf en verdwijnt ras in een strook bebossing. Langs de Maasnielderbeek, een beekje in een oude bedding van de Maas, stijgt het pad een aantal meters naar een hoger gelegen rivierterras. De vele kuub bladeren op het pad zijn getuigen van een naderende winter. Maar van die winter is qua temperatuur niet veel merkbaar. De temperatuur is gedurende het halve uur dat we nu al wandelen al lekker omhoog gegaan. Het zonnetje staat wazig aan de hemel.

Hier is al jaren lang geen trein meer gepasseerd
IJzeren Rijn
Via leuke paadjes komen we weer uit in de bewoonde wereld. Nou ja, bewoond is het ook weer niet; we komen namelijk uit op een industrieterrein. Voor even lopen we langs de drukke N570 (Roermond-Keulen) tot we de IJzeren Rijn oversteken. Bij het woord Rijn zou je aan water denken, maar wat wij zien zijn spoorrails. IJzeren Rijn is een ontzagwekkende naam voor een verroeste spoorlijn dat loopt van Roermond naar Mönchen Gladbach. Tussen 1879 en 1991 maakte dit spoor deel uit van de verbindingen tussen Antwerpen en het Ruhrgebied. De spoorlijn zou concurrentie moeten bieden aan de Rijnvaart tussen Rotterdam en Duitsland. De Belgen willen dat de IJzeren Rijn weer heropend wordt en beroepen zich op een verdrag uit 1839. De Nederlandse overheid voelt echter niets voor heropening omdat de spoorlijn door belangrijke natuurgebieden loopt. Het gebakkelei over heropening zal nog wel even aanhouden.
Wij blijven even bij de spoorlijn staan kijken naar de in de horizon verdwijnende rails. Als we er inderdaad niet voor voelen om de lijn weer te gaan gebruiken, waarom ruimen we de rommel dan niet op?

..... en hier staat Remunj, maar dan in het ABN
Hein krijgt er geen hoogte van
We wandelen Roermond in. Foekje wijst ons er als een schooljuf nogmaals op dat we de stad ingaan door met een stok naar het naamplaat bord te wijzen. Hein vormt in zijn eentje de kopgroep en is dan al verder doorgelopen. Hij heeft last van zijn knie en doorwandelen is beter dan stilstaan. Pas als we bij een modieuze fietsbrug een weg oversteken halen we hem weer in. Maar dat komt omdat Hein op een bankje langs het fietspad is gaan zitten.

Hoewel laat in het seizoen laat deze bloem zich nog het meeste opvallen
Onderweg merkt Foekje op dat het land aan de ene zijde van het wandelpad hoger ligt dan aan de andere kant. Waarop Hein koel vaststelt: “Ja, je krijgt er geen hoogte van”.

We stappen de plaats Melick binnen. Het kerkdorp was tijdens de Romeinse tijd al bewoond en werd aangeduid als Mederiacum en lag aan de Romeinse weg Heerlen-Xanten. Het blijft heel bijzonder om over oude grond de wandelen. Toen Melick nog Mederiacum werd genoemd stond Fryslân nog grotendeels onder water.
  
Door Melick wandelend constateren we dat dit dorp weinig oude gebouwen heeft. We delen de conclusie dat ook dit dorp tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar geleden moet hebben. Na het dorp dalen we iets af en treden het dal van de rivier de Roer binnen. We dalen af de Roervalei in.
Foekje haar telefoon gaat. Het is Jan zijn nicht Desiree, die zoals de trouwe lezer van deze weblog zeker nog weet te herinneren, gisteren heeft beloofd ons langs de route te trakteren op echte Limburgse vlaai. “Hoe laat zijn jullie in Sint Odiliënberg?”, wordt er gevraagd. “Twaalf uur”, antwoordt Jan die de telefoon heeft overgenomen. Dat wordt straks genieten. We verheugen ons er met z’n allen op. Het valt Jan op dat het wandeltempo stiekum iets omhoog gaat. Of heeft 'ie zich dat ingebeeld?

In de verte ligt Sint Odiliënberg. Verbeeld ik me of gaat het tempo echt omhoog
Is dit het?
Het landschap wordt vlakker en bebouwing ontbreekt. Het water in de Roer kan winters soms behoorlijk stijgen. Wel groeien er veel populieren die vroeger werden gebruikt voor het maken van manden en klompen. De hoogte van de bomen geeft ons de indruk dat van het hout geen gebruik meer wordt gemaakt. Tenen manden worden immers niet meer gebruikt en wie draagt er vandaag de dag nog klompen? 
Van de kronkelende rivier ontbreekt elk spoor. Pas als we bij Sint Odiliënberg een watertje oversteken wordt hij aan ons gepresenteerd. “Dit is’t?” is de teneur van de reacties van het wandelgezelschap. Het is een smal watertje, edoch stevig stromend, dat zijn weg naar de Maas zoekt. De brug over de Roer biedt ons een prachtig uitzicht op de Sint Odiliënberg en haar Sint Petrusberg waarop de basiliek van de H.H. Wiro, Plechelmus en Odgerus is gebouwd.

De basiliek van Wiro en zijn maten
Echte Limburgse vlaai
Alhoewel de route ons niet direct langs de basiliek voert willen we er toch een kijkje nemen. En net op het moment dat we van de voorgeschreven route afwijken passeert ons een zwarte auto die even verderop stopt. Uit het luxe voiture stappen Jan zijn nicht en neef Desiree en Rob. Desiree pakt vanachter uit de auto een mand waarin twee dozen met overheerlijke vlaaien zitten. Het is een gezellig en smakelijk weerzien en een intermezzo op het juist ingeschatte moment. Het is twaalf uur. Omdat het mooi en zonnig weer is kunnen we lekker buiten zitten. De uitbater van het café aan de overkant van de straat moet lijdzaam toezien hoe er omzet aan zijn neus voorbij gaat.

Lekker in het zonnetje genieten van heerlijke vlaai
De familieleden praten honderd uit, maar het wordt tijd om op te stappen. We nemen afscheid van de Roermondenaren, maar niet voordat Jan en Foekje beloven de volgende keer, als ze in Limburg zijn, een sûkerbôle voor Rob en Desiree mee te nemen. Al claxonnerend rijden ze even later weer aan ons voorbij.
 
De basiliek van de HH Wiro is via een trap te bereiken
Wiro, Plechelmus en Odgerus
De basiliek staat bovenop een heuvel. Vroeger heette Sint Odiliënberg Petrusberg, maar in 1222 werd de naam veranderd in Montis Beatae Odillae. De basiliek is toegewijd aan de heilige Wiro, die hier met zijn reismakkers Plechelmus en Odgerus al eind 7e eeuw of begin 8e eeuw het evangelie verkondigde. Het is een imposant gebouw dat, naar men zegt, een van de mooiste romaanse kerken van Limburg is.

Deze beeltenis hangt boven de 'voordeur'
Boven op de heuvel, achter de basiliek, is een kleine begraafplaats
En niet alleen de kerk is imposant. In de omgeving van Sint Odiliënberg is enkele jaren geleden een boerderij uit ca. 4.300 jaar voor Christus ontdekt. Het is de oudst bekende nederzetting op Nederlandse zandgronden. Slechts op de lössgronden in zuid Limburg was er eerder sprake van landbouwactiviteiten (ca. 5.300 vChr.). Wat is een mensenleven nietig in tijd, als je deze jaartallen door je gedachten laat spelen. Meer dan 7.000 jaar geleden.

We wandelen door Sint Odiliënberg en passeren een wijkje dat als ‘Zittard’ bekend staat. Een volgende etappe zullen we een ander Sittard passeren maar, zoals de attente lezer is opvallen, wordt dat met een “S” geschreven. En het ligt nog 30 wandelkilometers van hier verwijderd.

Met dit mooie weer lijkt het wel zomer. De kleuren van de bladeren vertellen dat het toch echt herfst is
Alweer een misser
Meteen na het dorp schieten we het bos in dat op een oude stuifduingordel uit de voorlaatste ijstijd ligt. Alweer wandelen we over oude grond. Het is een minder interessant bos waarin we, ondanks tijdige aankondiging door Hotze, ook nog eens Jantjes Blokhut zonder het op te merken voorbij lopen. Alweer hebben we een bezienswaardigheid gemist.
De paden zijn op sommige plaatsen drassig zodat we hier en daar een detour moeten maken om droge voeten te houden. Het is druk in het bos. Overal zien we lintjes hangen, ten teken dat er ergens een wandeltocht is georganiseerd. Zo nu en dan komen we clubjes wandelaars tegen die we, licht mishaagd vanwege de drukte op het pad, toch vrolijk groetend passeren. Als ons pad zich middels een haakse bocht van de wandeldrukte afscheidt is het bos plotseling weer van ons alleen.
Het formaat van de Romeinse munten was enorm
Net voor Montfort steken we de Vlootbeek over die in 1650 is gegraven om het water van de moerassen rondom Montfort af te voeren. Door de eeuwen heen zijn deze moerassen ontgonnen en voor landbouw geschikt gemaakt. Het is frappant dat de landen rondom Montfort tegenwoordig last hebben van droogte. Heel bizar.
Door het etaleren van een paar grote -nagemaakte- geldstukken probeert de plaatselijke VVV aan de toerist duidelijk te maken dat ook het gebied rondom Montfort aan het Romeinse Imperium heeft toebehoord. In de verte zien we Montfort liggen. De bomen langs de weg bieden gelukkig enige schaduw; het is warm in het zonnetje.
 
Hoe kun je ze zo bouwen? Zoiets lelijks hebben we tijdens het Pieterpad nog niet gezien
Lelijkste kerktoren tot nu toe
In Montfort wandelen we langs de meest lelijke kerktoren die we tijdens onze Pieterpadwandelingen tot nu toe hebben zien staan. Het heeft meer weg van een slangentoren van een brandweerkazerne dan van een kerktoren. Het is een afschuwelijk ding en daar zijn we unaniem over. Er is geen enkele reden om in Montfort halt te houden. Het in de middeleeuwen zo belangrijke dorp was het zuidelijkste bolwerk en bestuurscentrum van het hertogdom Gelre. Het dorp, dat aan het einde van de tweede wereldoorlog aan de Duitse kant van de Maaslinie lag, is nagenoeg geheel van de kaart geveegd.
Bij het uitlopen van het dorp zien we de ruïnes van kasteel Montfort. Een slot, dat is gebouwd in 1260, gold in de tijd van ‘pijl en boog’ als onneembaar. Het bouwmateriaal kwam via de Maas uit de Franse Ardennen. Dat het kasteel er ruïneus bij ligt komt door de tand des tijds en is niet veroorzaakt tijdens WO2. We willen het bezoeken, maar het is vandaag dicht; wat we belachelijk vinden. Ook in deze mening zijn we unaniem.

Het slot is vandaag (helaas) op slot

Na een kilometer wandelen we langs een huis waarvan de voordeur open staan en waar de ganzen in de tuin rondstruinen. We vragen ons af het de bedoeling is dat het gevogelte voor de nacht naar binnen moet en avonds gezellig op de bank voor de tv zit. 
Ganzen in de tuin
We nemen ons voor om het eerste bankje dat we tegenkomen te gebruiken voor koffie of thee met een broodje. Maar zoals zo vaak komen we de eerste kilometers geen bankje tegen. Dat is nou altijd zo. Wanneer je niet de behoeft hebt om te zitten regent het leuke picknickbankjes langs het pad. Maar als wij beslissen dat we een bankje aan willen doen stopt het aanbod. Na een paar kilometer vinden we een geschikt bankje dat, weliswaar in de schaduw, ons de mogelijkheid biedt om even de druk van de benen te nemen. Het warme weer staat toe dat we in de schaduw zitten en het uitzicht is fenomenaal.
 
We stappen weer op en dan ineens zijn er bankjes in overvloed
Een overvloed aan picknickbankjes
We stappen weer op. En dan???  Wat denkt de lezer zelf? Over een afstand van nog geen kilometer komen we langs drie fraaie picknickbankjes. We lopen er licht geagiteerd langs.
De natuur laat zich vanmiddag weer van haar mooiste kant zien. De gele koolzaadvelden steken schril af tegen de donker groene kleur van de bieten en het licht groengele van het hoog gegroeide loof van de ‘Asparagus officinalis’; de asperge.

In een klein stukje weiland staan grote paddenstoelen. Daar gaan we natuurlijk foto’s van maken. De vlezige zwamplanten zijn echter omringd door tamelijk hoge brandnetels. De mooiste foto’s van paddenstoelen maak je natuurlijk vanuit kikkerperspectief zodat de fotografen onder ons er niet aan ontkomen dat ze door de brandnetels worden geprikt. Met jeukende handen worden de foto’s op de diverse toestellen bekeken. Hein fotografeert met zijn nieuwe iPhone; Tineke en Jan doen dan op de semi-ouderwetse manier: een fototoestel.

Op de voorgrond staan asperges en in de verte licht het gele koolzaad op
Eenzaam op de route
Het is, sinds we Montfort zijn gepasseerd, weer heerlijk rustig op de route. De grote getale wandelaars hebben we ver achter ons gelaten en de landerijen en de bossen waar we doorheen wandelen zijn weer ‘ons domein’. Pas als we bijna bij de finishauto zijn wordt het weer drukker. In het kleine natuurgebiedje “Kranenbroek” ligt een kleine waterplas. Veel inwoners van deze streek maken hier hun obligate zondagmiddagwandeling met kinderen en hun altijd irritante honden. Gelukkig is het nu nog maar een klein eindje tot aan de auto.
Het parkeerterrein staat vol met stationcars, stille getuigen van de familiaire middagwandeling. Wij rijden onze stationcar vlug van het terrein en spoeden ons naar de startauto in Spik. De rode Ford staat er gelukkig nog en snel pakken we de bagage over. We willen naar huis; het is nog dik twee uur rijden eer we thuis zijn. En het wordt al schemerig.

Onderweg, als Jan en Foekje bijna in Zwolle zijn, ontvangen zij een ‘hapje’ van Hein dat zij gestopt zijn en ergens een ‘appje’ gaan eten. Voor het tweetal maakt Jan thuis in no-time een bord macaroni; een altijd eenvoudige edoch voedzame maaltijd.

Er staan nog drie etappes op het programma; twee keer twintig en één van vijftien. We kunnen bijna niet wachten totdat we weer mogen.


zaterdag 8 november 2014

Belfeld - Spik (22 kilometer)

Wat er aan het wandelen vooraf ging
De weersvoorspellingen waren niet helemaal naar de wens van de wandelaars, maar toch besluiten de buren van It Roer 7 en 9 weer een weekendje te gaan wandelen. Omdat de caravan schoon in de garage van nummer 7 staat, wordt besloten om met z’n vijven een B&B als slaapplaats te gebruiken. Na enig beraad wordt Bed & Breudje in het Limburgse Asselt gereserveerd om als uitvalsbasis te gebruiken. En omdat de afstand naar de wandeletappes steeds groter wordt, reizen we op vrijdag in plaats van zaterdag af. Zo voorkom je stress en drukte op de vroege zaterdagochtend en kun je lekker relaxed en uitgeslapen aan de tocht beginnen.
Jan en Foekje reizen vrijdagmiddag om drie uur af en de Brouwertjes doen dat een uur later. Het heeft geen zin om achter elkaar aan te rijden. In de drukte op de weg raak je elkaar toch al gauw uit het zicht. In elk geval is de wandelclub rond een uur of zeven in de avond weer compleet. In de ‘woonkamer’ van de B&B wordt koffie gedronken en honderd uit gepraat over de drukke Nederlandse wegen. We kijken het journaal, maar door de slechte verbinding krijgen we een groot deel van de uitzending niet mee, zodat we besluiten de tv maar uit te doen. Jan zorgt ervoor dat er tussen de gesprekken door muziek klinkt via Spotify.
Het is lekker warm in de kamer en de stemming is opperbest. Hein maakt Hotze, die zijn nieuwe telefoon bij zich heeft, wegwijs in de wondere wereld van Word-Feud en even later klingelen belletjes door de ruimte, ten teken dat er weer een woord is aangescrabbeld.

Het ontbijt wordt vanaf acht uur geserveerd. We kunnen zelf koffie en thee zetten voor onderweg. Een luxe die je niet overal tegenkomt. Verder is er van luxe geen sprake, het ontbijt is erg ‘basic’. Maar we vermaken ons allen opperbest. Zeker als Hein thee probeert te zetten van een leeg theezakje, Foekje schrikt van het brood dat uit de broodrooster springt en Hotze Tineke koud theewater inschenkt.

Maar eerst is er koffie
De natuur is van het begin af schitterend mooi
Wandelstok 
Na de ochtendperikelen rijden we eerst de finishauto op zijn plaats. We kiezen ervoor om vandaag naar Spik te wandelen; een gehuchtje op steenworpafstand van Roermond. Via de vierbaansweg rijden we terug naar Belfeld, waar we op exact dezelfde plaats, achter de startauto  onze ‘ochtendkoffie’  drinken. En dan? Dan kunnen we los. O nee, toch niet. “Hotze en Tineke, jullie lopen toch altijd met een wandelstok”? 

De eerste kilometers gaan op en neer over de heuvelrug die aan de rand van het Maasdal ligt. Op sommige plekken is de afgrond, waarlangs we lopen, zeer steil. Wij lopen in Duitsland terwijl de helling Nederlands grondgebied is. Helaas biedt de heuvelrug niet of nauwelijks vergezichten door de vele bomen die op de helling staan. Bovendien kun je, met het risico dat je je verstapt en het ravijn in kukelt, niet te veel om je heenkijken. Het is in ieder geval een mooi begin van de dagmars van vandaag.
 
De route wordt goed aangegeven, maar het is zaak om op de juiste pijlen te letten
Bovenop de heuvel met rechts het ravijn(tje)
Plotseling buigt het pad af en daalt het sterk en komen we in de Maasvallei terecht. Het minder interessante pad hier gaat kilometers rechtdoor en voert ons uiteindelijk ‘am Weißen Stein’. Hier moet ooit een grote witte steen hebben gelegen, ter markering van de grens. Maar de steen in kwestie is nergens meer te bekennen. Hij moet hier eeuwen lang gelegen hebben, maar nu is hij foetsie. Mogelijk was de steen al een Romeinse grensmarkering. Op deze plek kwam de Romeinse weg van Heerlen naar Xanten het Maasdal binnen. Na het vertrek van de Romeinen zou ‘Witte Stein’ een Frankische gerechtsplaats zijn geweest waar recht werd gesproken en werd beslist over leven en dood. Een veroordeelde werd tegen de steen geworpen met de woorden: “Je wordt tegen de Witte Steen gestoten, je keert niet meer terug naar huis en haard”. Daarna werd de beklaagde opgehangen op de nabije heide. Van dat alles is niets terug te vinden. De grensovergang bestaat nu nog uit twee café’s en de laatste ‘Grenzladen’, een klein winkeltje waar het voor Duitsers goedkoper boodschappen  doen is.

Het is dat we het inderdaad beter weten, want anders waren we hier echt gestopt
Hotze en Jan op het (lange) rechte pad
Grensgeval
We wandelen verder langs de grens. Soms lopen we in Duitsland en dan weer in Nederland. Langs de grens lopen we langs een aantal dichtgemetselde Duitse kazematten; overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog. Links van het pad bevindt zich het Duitse Brachter Wald wat ooit het grootse munitiedepot van Europa herbergde. Rechts is de uitgestrekte Maasvalei die, vanwege zijn vruchtbare grond, een breed scala aan gewassen oplevert. Zo zien we onderweg grote velden met bloemkolen, aardbeien en prei. Maar ook groeien er kerstbomen. Foekje zoekt er voor de komende feestdagen alvast eentje uit.
En overal mooie doorkijkjes
Bij een weiland met Schotse Hooglanders drinken we koffie. En wat weer een mooi uitzicht
We lopen nog één keer Duitsland binnen en wandelen in een stevige klim naar het niveau van de heuvels aan de rand van het dal. Hein duwt zijn moeder de heuvel op. 

Hein steekt moeder even een handje toe
Waarover praten zij? Toch hopelijk niet over Biotex
Na vele kilometers langs de grens en saai rechtdoor draait het pad af naar het westen. Op een bankje drinken we koffie en eten we onze broodjes. Niet ver voor ons zien we het beekje de Swalm stromen. Het vervolg gaat dan langs de sterk meanderende beek richting Swalmen. Zo loop je langs het water en dan verdwijnt de beek weer met een scherpe bocht om even later weer tevoorschijn te komen. Dit deel van de route is in tegenstelling tot het eerste deel bijzonder afwisselend, wat ook het enthousiasme van de individuele wandelaar terug doet keren. We passeren ook de landweer ‘de Wolfsgraaf’. Deze verdedigingswal dateert van 1650 en bestaat uit twee evenwijdige sloten van 2 meter diep en een wal van aarde er tussenin. Deze wal is beplant met doornen en ander dicht gewas. Knappe jongen die daar doorheen kwam. Bij de doorgangen stond een wacht of een tollenaar. Vandaag hoeven we gelukkig geen tol te betalen. 

Een troon van een zetel
Onderweg komen we ook boomstammen tegen waarin stoelen zijn uitgezaagd. Hier moeten natuurlijk een paar vrolijke plaatjes van worden gemaakt.
Tineke haar fototoestel is, toen ze op hurken langs de Swalm een foto maakte en door Jan omhoog werd gesjord, geblesseerd geraakt. Het toestel geeft een foutmelding en op een gegeven moment wil het objectief niet meer invouwen. Gelukkig is het euvel door een eenvoudige ingreep te repareren.

Weer zo'n fijn bankje in een mooi setting
De hevig meanderende Swalm vlak bij Swalmen
Tineke fotografeert vanuit kikkerperspectief. Als dat maar geen snoek-perspectief wordt
Swalmen
We komen aan in het plaatsje Swalmen of zoals men het in Limburgs dialect ‘Zjwame’ noemt. De drukke doorgaande weg, waarlangs je vroeger reed als je naar Roermond wilde, steken we over bij een verkeerslicht. Ondanks dat de A73 is aangelegd, is deze secundaire weg nog altijd druk bereden. Het verkeerslicht is in dat opzicht geen overbodige luxe. Over de Kerkbrug lopen we het minder interessante centrum van Swalmen in, waarvan alleen de Lambertuskerk en het tot café omgedoopte oude raadhuis nog enige charme hebben. Op de brug staat een beeldje van de heilige Lambertus die ons, met een vinger voor de mond, tot stilte maant. Tineke en Jan kiezen op de markt, voor de kerk, de volgende route van het Pieterpad op hun GPS.

De kerkbrug met daarop een beeltenis van de Heilige Lambertus.
Ssssssttt!!
De kippen van het dierentuintje achter de kerk ontlokken Hotze kakelende geluiden. Een al wat oudere vrouw die op een bankje een boek zit te lezen kijkt verwonderd op. Tineke verontschuldigt zich voor het gedrag van haar eega met: “En daar ben ik nou mee getrouwd.” De vrouw reageert hierop door te zeggen dat het een Godsgeschenk is. Gelukkig dan maar!

Dat zijn er dus al vier. Waar zijn die andere drie?
Zeven ezels
Als we Swalmen uitwandelen komen we langs twee ezels. Maar even later lopen er ineens zeven. We hebben een Pieterpadmarkering over het hoofd gezien en zijn verkeerd gelopen. Die twee ezels in het weiland zijn dus niet de enigen, er loopt ook een vijftal op straat. Het kleine paadje aan de rechterhand hebben we gemist. Het smalle pad wat veel weg heeft van een oud ‘kerkenpad’ voert ons het dorp uit en brengt ons tot kasteel Hillenraedt. Dit kasteel, waarvan men zegt dat het tot de mooiste van ons land behoort, is een 14e eeuws slot dat eigendom was van de heren van Swalmen en Asselt. 

Verboden toegang voor onbevoegden 
Kasteel Hillenraedt is een juweel van een kasteel
Deze edelen waren leenroerig aan Gelre. Het kasteel dat door de eeuwen heen steeds verbouwd is, is in 1910 betrokken door Herman graaf Wolff Metternich. Het slot verkeerde in verwaarloosde toestand, maar is toen helemaal gerestaureerd. Sinds de 14e eeuw is het kasteel in de familie gebleven en wordt vandaag de dag nog bewoond door de gravin Wolff Metternich.
Jammer genoeg attenderen een aantal grote verbodsborden ons erop dat we het terrein niet mogen betreden. De foto’s worden van afstand gemaakt.

De hoogste bomen zijn al bijna al hun bladeren kwijt
We wandelen door de grafelijke bossen die gekenmerkt worden door statige beukenlanen. Zelden hebben we beuken gezien die zo hoog waren.
 
Een prachtig bos met ongelofelijk hoge beukenbomen en een eenzame wandelaar
Dan plotseling gaat Foekje haar telefoon. Het is Desiree, een nicht van Jan, die vlak bij Roermond woont. Op een Facebook-post van maart van Jan over het Pieterpad had ze gereageerd door te vragen of ze de vlaai alvast moest snijden en de koffie aan moest drukken. Jan heeft gisteren een berichtje gestuurd dat we bijna aan de vlaai toe waren. Desiree vraag waar we elkaar kunnen ontmoeten. Morgen maar.

Friezen om útens
Op een bankje, in de zon, nemen we tijd voor thee en nog wat versterking voor de inwendige mens. In een weiland ernaast staan twee ‘Friezen om útens’. Het zijn twee prachtige Friese paarden die ons, bijna net zolang wij het bankje bezet houden, scherp in de gaten houden. Jan heeft ze elk een paar handen vol gras gegeven en nu zijn ze niet meer bij ons weg te slaan.
Na de thee en brood wandelen we Boukoul (uit te spreken als: Boekoel) in. Maar even snel als we het binnenwandelen zijn we er weer uit. We passeren een voetbalveld waar de plaatselijke VV haar thuiswedstrijden afschopt. Een van de teams heeft dezelfde tenuekleuren als de korfbalvereniging uit Buitenpost. Of dit nou het thuis- of het uitteam is, wordt ons tijdens het voorbijgaan niet duidelijk.

Op een schijnbaar onbeduidend pad, net ten zuiden van Boukoul, wijst Foekje ons op de tekst van een bordje in de begroeide walkant. We wandelen over een deel van de Romeinse weg die van Coriovallum naar Colonia Ulpia Traiana liep. Tegenwoordig dus tussen Heerlen en Xanten. Deze beide plaatsen waren in die tijd halteplaatsen (statio’s) op de heirbaan van Aken (Aquisgranum) en Nijmegen (Noviamagi). Dit pad is, net als het stuk Romeinse weg wat we vandaag eerder ook al hebben gewandeld, nog steeds in gebruik. Door dat te weten maakt je kijk op de wereld voor dat moment net even anders. Je wandelt op een traject wat 2000 jaar oud is. Hoe nietig is het mensenleven in de eeuwigheid.

Woonappartementen met een heuse brug voor de deur
Nog even aanmodderen
Na deze overdenking wandelen we langs de adellijke kasteelboerderij ‘Zuidewijck Spick’. Deze boerderij is verbonden aan kasteel Hillenraedt en dateert uit de 16e en 17e eeuw. Getuige de vele naamplaatjes en even zovele postbussen langs de weg hebben we de indruk dat het geheel in diverse appartementen is opgedeeld. We zijn het er met elkaar over eens dat het hier wel bijzonder leuk wonen is.
Na de imposante boerderij verlaten we de verharde weg en wandelen een langs een bos grenzend pad op. Het eerste stuk is nat en glibberig, maar op zich wel te doen. Na een haakse bocht zwaait het pad de weilanden in en wordt het bijna onbegaanbaar. We besluiten het prikkeldraad over te stappen en in een beter stuk grasland onze weg te zoeken. Tja, het heeft de afgelopen dagen natuurlijk wel wat geregend en dan kun je dit verwachten.

Net voor Spik steken we de drukke N68 van Roermond naar Mönchengladbach over. Nog een kilometer gaat het dwars door een weiland waar je, om niet in een stuk Limburgse koeienvlaai te stappen, goed uit moet kijken. Voor je het weet heb je kak aan je hak. En omdat we bijna bij de auto zijn wil je dat zeker niet onder aan je schoen hebben.

Swiebertje Brouwer
In de verte zien we de zwarte Focus al staan. Via een breed wandelpad komen we uiteindelijk weer op de verharde weg. Net daarvoor steekt Hotze een handschoen, die verloren op het pad ligt, aan zijn wandelstok en loopt daarmee als een soort Swiebertje tot aan de weg.

AH XXXXL
We kloppen onze schoenen, zo goed en zo kwaad het gaat, vrij van modder en drek en rijden naar onze B&B in Asselt. In Roermond kopen we in eenAH XXXXL een paar flesjes oud bruin voor de dames vanavond en een zak chips voor Hein. Het is een klein maar bijzonder druk parkeerterrein waar we de auto parkeren op een plaats waar normaliter motoren mogen staan, getuige het bord dat daarvoor is geplaatst. Wij doen maar net of zijn we hier in een Harley Davidson. We rijden de P af en gaan richting ons slaapadres. Maar voordat we daar aankomen lopen Jan en Foekje nog even de plaatselijke taveerne binnen om te vragen of ze voor vanavond voor het diner een tafel kunnen reserveren. “Helaas mevrouw, we zitten helemaal vol. Voor zaterdagavonden moet u minstens een week van tevoren reserveren”. Dat hebben we niet geweten. Dan wordt hier niet gegeten. Dat wordt vanavond een hapje eten in Roermond.
 
Hier kun je dan wel niet eten, maar het ziet er wel mooi uit
De dames worden bij de B&B uit de auto gezet en de heren gaan gedrieën de rode Focus halen. Jan heeft de routeplanner aangezet, maar het straatadres in Belfeld is niet meer in het systeem aanwezig, waardoor ze, helemaal binnendoor, uiteindelijk midden in Belfeld arriveren. Maar de auto staat langs de grens met Duitsland. Na wat korte omhalen staan ze dan zomaar weer achter de rode auto en gaat het via de vierbaansweg terug naar Asselt.

Een niet warme hap
Na een lekkere douche en koffie stappen we in de auto en rijden naar Roermond voor een hapje en een drankje. Dat de uitgaanscultuur in het zuiden anders is dan in Fryslân valt ons op als er in bijna alle restaurants die we aandoen, geen plaats meer is. Uiteindelijk, en dan zijn we bijna drie kwartier verder, kunnen we in een Italiaans restaurant aanschuiven. Het wordt voor iedereen een pasta, waarbij opvalt dat de porties lekker, maar behoorlijk aan de kleine kant zijn. Foekje haar pasta is daarbij ook nog wat koud, dus wordt het bord teruggegeven. Helaas is ook het tweede bord niet erg warm. Gelukkig maakt de kwaliteit en de kwantiteit van het toetje iets goed van dit restaurantbezoek. 

Oud bruin, geschreven met twee keer waardwoorde 
In de B&B drinken we een biertje en wordt er via de telefoon op het scherpst van de snede gescrabbeld. Hotze meent een woord extra punten te kunnen geven door twee keer ‘waardwoorde’. Sorry Hotze, maar dat telt niet.