zondag 4 januari 2015

Strabeek - Sint Pietersberg (15 kilometer)

We hebben besloten om het vandaag rustig aan te doen. Nou ja, rustig aan! De gastvrouw is gevraagd het ontbijt, in plaats van acht uur, pas om negen uur te serveren. We kunnen zo, na de uitspatting van gisteravond, even langer blijven liggen.  
De inmiddels bekende Monsterhoeve
Het warme croissantje, de warme broodjes en het vers geperste sap van sinaasappels gaan er weer in als koek. De koud gereserveerde meloen is een traktatie. In tegenstelling tot de vorige keer is de schijf niet voorgesneden. Om dit te doen vraagt een handigheid waarover niet iedereen beschikt, zodat de meloen van een aantal kanten over de tafel schiet. Maar gelukkig is er altijd de behulpzame hand van Tineke.
PP = het PieterPad; in ijs uitgedrukt
De tassen staan al in de gang. Jan start zijn auto om het voertuig van een dikke laag rijp te ontdoen. Het heeft vannacht een paar graden gevroren en met de heersende vochtigheid is de auto nagenoeg helemaal wit bevroren. Ook op de rode Ford ligt een   witte laag rijp, maar een inmiddels boven de bebouwing uitkomend zonnetje heeft er al wat van doen wegsmelten.
We nemen voor de tweede en tevens laatste keer afscheid van het vriendelijk gastgezin. Ook de afgelopen nacht hebben we heerlijk van de rust genoten. Vooral Foekje is, vooral vanwege de authenticiteit van de boerderij, zeer over de B&B te spreken.
Twee keer een Ford en één Fort
Pietersberg eerste keer
We stappen in de auto’s en rijden richting Maastricht. Jan heeft op Google Earth bekeken waar we de finishauto het beste kunnen parkeren. In Maastricht zetten we koers richting de St. Pietersberg; bij het politiebureau linksaf. Op het nieuwe parkeerterrein bij het Fort Sint Pieter meent Jan nog even rechtdoor te kunnen rijden. Maar al snel blijkt dat deze afslag tot niets leidt. De weg is afgesloten en het parkeerterrein waar op gegokt was is niet meer te bereiken. We keren de auto en rijden terug naar het grote parkeerterrein bij het Fort dat in de vorm van een rotonde is aangelegd. De zwarte Focus is aan de beurt om als finishauto achter te blijven. We pakken onze spullen over  en spoeden ons dan richting Strabeek/Valkenburg.

Omdat het niet goed wordt aangegeven, maar ook omdat het gezellig is in de auto en de directe focus niet direct op de route ligt, missen we de juiste afslag. We rijden één afslag verder en rijden via de vierbaansweg terug naar de afslag die we zojuist voorbij zijn gereden. Op precies dezelfde plek als de vorige keer komt de startauto tot stilstand. Het lijkt als waren we niet weggeweest.

Start laatste etappe
Als alle tassen en wandelstokken uit de auto zijn uitgeladen gooit Hotze de rode Focus op slot en zetten we koers richting de berg waar we al een heel jaar lang naar hebben uitgekeken. We realiseren ons dat het vandaag de laatste etappe is. Na vandaag zit ons Pieterpad-avontuur erop. Ons doel zal zijn bereikt. De tocht, waar we tegenop hebben gekeken als een uitdaging, hebben we geabsorbeerd, gewandeld, genoten, en nog een paar andere superlatieven. Het verhaal ervan is via deze blog in woord en beeld vastgelegd. Nog slechts 15 kilometers scheiden ons van het eindpunt.
Het pad biedt prachtige vergezichten
Al lezende het Pieterpad afleggen
Dit pad leidt naar het riviertje De Geul
Het is frisjes vandaag. De zon, die inmiddels lekker schijnt, probeert uit alle macht de vochtige lucht boven de landerijen op te doen laten stijgen. We verlaten de verharde weg en duiken het dal van de Geul in. Het uitzicht is naar alle kanten magnifiek. De heiigheid, vermengd met het flauwe zonlicht geeft prachtige beelden. Als we een halve kilometer onderweg zijn, is er van Tineke al geen enkel spoor meer. Ze blijft ver achter, geobsedeerd door de vele fotogenieke elementen langs het pad. Bij het bruggetje over de rivier de Geul blijven we, in de warme zonnestralen, even op haar staan wachten. De Geul, die 58 kilometer lang is en in Duitsland ontspringt, mondt 10 kilometer verderop in de rivier de Maas uit en doet haar uiterste best om al het regenwater van gisteren af te voeren. Het water giert met een stevig tempo onder het bruggetje door en vervolgt zijn weg, al meanderend, richting Maas en uiteindelijk de Noordzee.
Een doorkijkje naar de Geul
Je zou het niet zeggen, maar het pad gaat stevig op en neer


De route volgt de Geul voor ongeveer twee kilometer. Het pad, dat stevig op en neer gaat  is door de vele regen van gisteren op sommige plaatsen glad. De ondergrond bestaat uit mergelsteen en dat maakt het er zeker niet gemakkelijker op. Onderweg worden veel foto’s gemaakt. Ook Hein, met zijn nieuwste iPhone, is driftig in de weer om al het natuurschoon voor de eeuwigheid vast te leggen. Tineke en Jan doen al niet anders.
De geit van Terblijt
Berg en de geit
Op een driesprong verlaten we het dal van de Geul en klimmen het dal uit. Het is een lange stijgende weg die, zo stellen we vast, niets voor niets de ‘Lange Bergweg’  heet. Aan het einde van het pad komen we uit in een buitenwijkje van het dorp Berg. Wie in ons land Berg zegt, voegt meteen Terblijt daaraan toe. En inderdaad, even later stappen we het tweelingdorp Terblijt in.
We hebben Berg en Terblijt achter ons gelaten. Het uitzicht is fenomenaal 
Na het kleine dorpje stappen we een karrenpad op wat ons eerst nog wat omhoog voert en ons prachtige vergezichten verschaft. Na een haakse bocht naar rechts dalen we ineens sterk en wordt de kwaliteit van de route aanzienlijk natter en modderiger. We komen langs kleine mergelgrotjes waar vroeger (tot 1931) mensen in gewoond hebben. De bewoners waren blokbrekers, mergelmijnwerkers, die de blokken mergel zaagden. Het terrein is gesloten voor het publiek. Alleen een kudde mergellandschapen heeft het privilege om rondom de grotwoningen te mogen rondsnuffelen en grazen.
De gesteldheid van het pad is hier nog alleszins acceptabel
Modder, modder en modder
In een bocht naar links komen we een vader tegen met twee kinderen. Ze zijn op ATB’s en zien er echt niet uit. Jan zijn opmerking dat het pad voor hen slecht wordt, beantwoordt de ATB-er dat het niet slechter kan worden dan wat zij zojuist hebben meegemaakt. En aangezien wij die kant oplopen waar de fietsers vandaan komen, kunnen we het slechtste bevroeden.
Het routeboek schrijft: “Aan het einde linksaf gaan. Deze weg, die zeer modderig kan zijn, blijven volgen”.
Nou, ‘zeer modderig’ is een understatement. In het pad, dat in een U-vorm door het landschap loopt, staat minstens een halve meter drek. Een amazone die ons met haar paard tegemoet komt vraagt verbaast: “waarom kopen jullie niet een paard”. Het is te zien dat het paard tot bijna aan zijn knieën in de drek heeft gestaan. 

Hotze loopt voorop. Via de steile zijkanten van het U-pad proberen we ons een weg te zoeken. Maar de kleiige kanten zijn glad en aan de dunne boompjes die er groeien heb je bijna geen houvast. Tineke maakt een zwieper en belandt op haar kont op de grond, haar schoenen in de drek. Ze probeerde nog wel een dun boompje als tweede wandelstok te gebruiken, maar het groeisel boog door en bood haar uiteindelijk geen enkele steun. Hotze, Jan en Foekje weten het korte traject zonder noemenswaardige uitglijers te overbruggen. Hein probeert uit alle macht naar de bovenrand van de weg te komen en glijdt en glibbert elke keer als hij een stap naar boven doet, twee stappen naar beneden. Het is een kostelijk gezicht en het leedvermaak is dan ook niet van de lucht. En hoppa, daar gaat Tineke weer. Boem; kont op de grond.
Twee koordansers op het slappe koord. Het is bijzonder moeilijk om het evenwicht te bewaren
En hoppa, met de kont op de grond. Het dunne boompje buigt vervaarlijk door 
Gelukkig kan Tineke er zelf om lachen
Jan en Foekje weten, als enigen de zuidkant van het pad benuttend, de bovenrand van de gladde zijkant te bereiken, stappen over het prikkeldraad en lopen via het aanpalende weiland verder. En terwijl de Brouwers verder modderen langs en op het pad, lopen zij in een relatief droge omgeving verder. Om het weiland uit te komen moet uiteindelijk wel een hoog hek worden overgeklommen. Foekje blijft daarbij met haar voet steken en kan, bovenop het hek zittende, niet verder. Hein en Tineke die inmiddels het modderige gedeelte van het pad hebben overwonnen, schieten haar te hulp. Jan schiet de foto’s. Het stemming onder het wandelgezelschap is, na de recente gebeurtenissen, uitgelaten. Er wordt gebulderd van het lachen.
Het linkerbeen wil maar niet over het paaltje heen
Maar we zijn er nog niet. Alhoewel niet zo erg als het voorgaande stukje, ligt het pad er nog niet best bij. Hotze probeert wederom via de zijkanten zijn weg te vinden. De anderen nemen de route door het ernaast gelegen weiland. Hier hoef je minder op de weg te letten en kun je nog eens om je heenkijken, naar al het moois dat deze omgeving te bieden heeft.
De schapen lopen nu nog achter het geluid van de voeremmer aan, maar even later....
Als er één schaap verkeerd loopt…….
Uiteindelijk wordt het voetpad beter. We zijn nu net ten noorden van Bemelen. Vanuit een weiland naast de weg wordt een kudde schapen het pad opgejaagd. De schapen moeten naar een andere stuk grond. Een ouder echtpaar is waarschijnlijk eigenaar van de dieren. De vrouw loopt met een emmer vol voerbrokjes voorop en schudt de emmer alsof haar leven ervan af hangt. De schapen reageren erop en lopen alras achter haar aan. De man doet het hek dicht en sluit zich achter de kudde aan. Maar als het pad iets breder wordt wijken de schapen naar links en naar rechts uit. En terwijl de heftig met de emmer schuddende dame rechtdoor loopt, slaat een aantal schapen een kleine zijweggetje in.  Men weet, als er één schaap over de dam is…… En ja hoor, al snel draven alle schapen richting Bemelen. De vrouw met haar emmer brokjes blijft verbouwereerd achter. De man die, achter de schapen aanlopend, probeert het tij en de kudde te keren, ziet dat door zijn toedoen de schapen verder richting het dorp worden gejaagd. We vragen de vrouw nog of we moeten helpen, maar ze antwoordt negatief. Nou ja, dan lopen wij maar door.

Aan de rechterkant van de route bevindt zich de Bemelerberg en er zijn nu duidelijk krijtrotsen en meerdere mergelgroeven zichtbaar. Dit zijn de laatste rotsen van het Limburgs plateau. De Maas sneed een diepe bedding in het zachte kalkgesteente. Het dal raakte weer gevuld met rivierpuin, waardoor alleen de ‘toppen’ van de scherpe dalrand zichtbaar zijn. We schieten er een filmrol vol aan foto’s.

In de verte zien we de contouren van de stad Maastricht. Langzaam dalend lopen we erop af. Het is rustig op het pad, weinig wandelaars. Nou ja, als ze wisten hoe het er verderop uit zou zien, zou je nooit aan een wandeling beginnen, toch?
In de zon is het even tijd voor een broodje en wat drinken
Maastricht
We merken dat we in de buurt van de stad komen door het geluid van wild schreeuwende voetballers, die op het sportterrein in de wijk ‘Scharn’ hun sport bedrijven. De bebouwing neemt toe en de drukte van het verkeer wordt intenser.  De wandeling is nu zeker al 10 kilometer en we hebben nog geen aandacht aan de inwendige mens gegeven. Bij de Antonius van Parduakerk stoppen we voor een broodje. Uit de wind en in het zonnetje is het aangenaam verpozen bij de kerk die tussen 1936 en 1938 is gebouwd en waarvan de bouwkosten 73.386 gulden bedroeg. De kerk is opgetrokken uit Limburgse mergel en bedekt met leien.
Na een paar stukjes droge worst (altijd een lekkere versnapering onderweg) steken we weer van wal.

Omdat we in de stad zijn en nog geen openbare toiletten zijn tegengekomen besluiten we om bij het NS-station een schot te wagen. Wie weet waar we straks terecht gaan komen. We wandelen het in 1913 gebouwde station in.
Station Maastricht; "denkt u bij het uitstappen om uw bagage"
Maastricht heeft voor dit station andere stationsgebouwen gehad. De eerste stationsgebouwen lagen een eind buiten de stad, omdat Maastricht in 1853 nog een vestingstad was. De stationsgebouwen waren uit hout opgetrokken, zodat deze bij een eventuele belegering snel konden worden afgebroken. Aangezien de gemeentegrens gelijk was aan de buitenste rand van de vestingwerken, lagen de eerste stationsgebouwen niet op Maastrichts grondgebied, maar op grond van de gemeente Meerssen. Dit bleef ook na de opheffing van de vesting lang het geval, want pas in 1907 werden de gemeentegrenzen aangepast en kwam het stationsemplacement in de gemeente Maastricht te liggen. Het oude stationsgebouw lag aan de buitenstadszijde van het spoor.
In eerste instantie had Maastricht geen aansluiting op het Nederlandse spoorwegnet en liepen de verbindingen vanaf 1853 naar enerzijds Aken en anderzijds naar Hasselt en Luik. Pas in 1865 werd de spoorlijn naar Venlo geopend, waardoor Maastricht ook voor Nederlanders per trein bereikbaar werd.

Stationstoilet
De groep stormt het station in, het bordje ‘WC’ volgend. Het perron op en de trap omhoog. Jan, die schijnbaar minder aandrang heeft, wandelt achter de groep aan. Onderaan de trap staande roept hij waar de rest is. “Boven”, klinkt het. Waarom zou je naar boven gaan als de toiletten gewoon op de begane grond zijn. Kijk, daar hangt het uithangbord: WC! Men doet het bijna in de broek van het lachen. Snel! Naar de toiletten.

Opgelucht verlaten we het station en wandelen de wijk ‘Wyck’ in. Hier hadden de Romeinen al een handelsnederzetting die ze ‘vicus’ noemden. In de veertiende eeuw werd ‘Wyck’ ommuurd en later voorzien van bastions. Prachtige herenhuizen bepalen nu het straatbeeld. De straat heeft enkele winkels in het duurdere segment, maar de drukte op straat is daar niet minder om.
Hoeveel foto's zouden er al van deze brug zijn gemaakt
‘Aw brögk’
Na ons door de drukte te hebben gewurmd komen we bij de Sint Servaasbrug. De eerste brug tussen ‘Mosa ad Trajectum’ -het tegenwoordige centrum van Maastricht- en ‘Wyck’ werd al einde eerste eeuw door de Romeinen gebouwd. Tijdens een processie stortte de brug in 1275 in. De huidige stenen brug is gebouwd tussen 1280 en 1298.
Over de brug en dan de drukte van het centrum van de stad in
In het centrum van de stad is het een drukte van belang. We besluiten de meute een beetje te ontwijken en moeten daarom een ietwat aangepast route bewandelen. Maar eerst lopen we richting de Maas om Tineke en Jan in de gelegenheid te stellen een paar frontale foto’s van de ‘aw brögk’, zoals de Maastrichtenaren de Servaasbrug noemen, te maken. Dan gaan we verder langs de OLV-kerk dwars door het Stokstraatkwartier. Dit is het oudste stukje Maastricht en tegenwoordig de duurste winkelstraat van de stad. Maar winkels interesseren ons vandaag niet.

De Bisschopsmolen en de Klepperaars
Gisteren hadden we min of meer al besloten om koffie met vlaai te gaan drinken in de Bisschopsmolen in het Jekerkwartier. In de middeleeuwen draaiden meerdere watermolens in de snel stromende Jeker. De Bisschopsmolen was daar een van.
Alweer lekkere koffie met een heerlijke punt vlaai
We gaan naar binnen en tot onze verbazing zijn er nog een paar stoelen vrij. Evenwel aan verschillende tafeltjes, maar dat geeft nu even niet. We drinken er koffie en de Vlaaipunt is massief van formaat. Het zit gezellig in de bij de molen behorende gebouwen die, zoals de geschiedenisboeken schrijven, in de zevende eeuw al in de kronieken werd genoemd. Wat een verhaal, wat een historie.
De zingende klepperaars
Het is gezellig druk op straat. Als Jan met zijn camera de straat oploopt staat naast het molengebouw een groep zangers in klederdracht te galmen. Ze zingen in Maastrichter dialect en heten ‘De Klepperaars’ Jan maakt een paar plaatjes en als het zingen is afgelopen komt een van de koorleden op hem afgestapt en geeft hem een ansichtkaart met daarop een foto van de zanggroep. Hij buigt zich naar Jan toe en fluistert dan: “Veur asse foto misluukt is, hé!”
Jan bedankt de man vriendelijk en voegt zich weer bij de wandelgroep, die juist het gebouw uit is gekomen.
Het grote schoepenrad dat de Bisschopsmolen aandrijft
We nemen nog even een kijkje aan de achterkant van de molen, waar een groot schoepenrad door het snel stromende water van de Jeker in de rondte draait. De molen wordt tot op de dag van vandaag nog gebruikt voor het vervaardigen van broodmeel.

En verder gaat het. We weten niet waar we moeten kijken, zoveel moois is er te zien. Natuurlijk is iedereen, met uitzondering van Hein, wel eens eerder in Maastricht geweest, maar elke keer verbaas je je weer over de schoon- en oudheid van deze stad.
Aan de buitenkant van de oude stadsmuur nemen we nog een kleine omleiding om wat rond te kijken en foto’s te schieten.  Als onze honger dat aangaande gestild is lopen we het centrum van Maastricht uit.
We zijn welkom op de Sint Pietersberg
Dwarrelende bankbiljetten
Via een straat met grote en mooie huizen komen we bij het politiebureau; bekend terrein. Waren we hier vanochtend ook al niet? Het is nog anderhalve kilometer tot het einde. We passeren het in 2009 volledig gerenoveerde ‘Fort Sint Pieter’ dat dateert van 1701. Het pad eromheen is steil en glad. En oeps, daar gaat Tineke weer onderuit!
Door het vele fotograferen is de batterij van Tineke haar fototoestel leeggeraakt. Ze vraagt Hotze om de reservebatterij uit haar rugzak te pakken. En mee dat Hotze dat doet waaien Euro-bankbiljetten uit de tas en zweven in een sierlijke vlucht op de grond. Eerst denken omstanders dat het om een bijdrage gaat voor de restauratie van het fort, maar dat is niet het geval. 
Het Fort Sint Pieter staat er na renovatie weer puik voor
Het strategisch gelegen fort is de laatste versterking van Maastricht en kijkt uit over de stad en de omgeving. We wandelen een ander pad dan alle dagjesmensen op de Pietersberg doen en zo belanden we weer in een drassig stukje weiland waar we ons, naast het geëigende pad, een droge weg zoeken. Om een nat stuk te ontwijken schieten we nog een dichtbegroeid bosje door en komen dan uiteindelijk op het semi-verharde pad naar het einde van onze tocht.
De groeve van de Eerste Nederlandse Cement Industrie
ENCI
Links van het pad, tussen de struiken door, zien we de mergelgroeve van de ENCI –Eerste Nederlandse Cement Industrie- liggen. In de wanden van de groeve zien we de gaten van de aangesneden gangen. Aan de overzijde van de groeve rijst ‘D’n Observant’ op, de stortberg van de ENCI. De dagjesmensen die er nog zijn lopen ons tegemoet. Hun middagje Pietersberg zit erop.
Tussen wens en vervulling ligt een grote afstand. Onze wens is in vervulling gegaan
Einde Pieterpad
En dan plotseling zit ons Pieterpad er ook op.
Daar staan we dan,  490 kilometer na de start in Pieterburen op 14 februari 2014; 24 etappes later, bij het eindpunt van het Pieterpad boven op de Sint Pietersberg. De modderige ambiance is nou niet precies datgene wat we verwacht hadden. Niet dat we hadden verwacht dat er een muziekkorps stond te spelen, of dat de waarnemend burgemeester van Maastricht ons met een toespraak zou verwelkomen, maar de donkergrijs granieten paal en het groezelige bankje hebben nou niet meteen de uitstraling van een finishplaats, zeker niet voor wandelaars die helemaal uit het hoge noorden van Nederland hier naartoe zijn gelopen. Maar goed, we moeten het er maar mee doen. Eerst maar een paar fototootjes schieten; we hebben er nu nog een beetje zon bij. En terwijl Jan zijn ministatiefje in stelling brengt, biedt een welwillende passant aan om met Jan zijn 5D mark II een paar foto’s van het wandelgezelschap te nemen. Jan reikt de man het fototoestel aan, waar hij de hele dag, als een soort afweergeschut op zijn buik  mee heeft rondgelopen. We stellen ons in postuur op.
The fellowship of het Pieterpad
We bedanken de meneer en pakken de laatste thermo met koffie uit de rugzak. De koffieroom, waar Jan al de hele dag mee in zijn rugzak loopt, is door de schommelende bewegen stijf geslagen. Met moeite wil het uit het flesje. Tineke heeft een leuke en lekkere verrassing in petto. Ze heeft Vechters rolletjes meegebracht… en ze heeft een spuitbus met slagroom mee. Voorzichtig worden de rolletjes uit de rugzak gehaald. Als ze na de kapriolen eerder vandaag nog maar heel zijn. Gelukkig is er voor elk van het gezelschap nog precies één intact rolletje. Surprise, surprise! Ze worden gevuld met slagroom en voor de liefhebbers onder ons is er zelfs koffie met slagroom. Lekker!
De fotograaf vroeg zich af waar Tineke mee stond te schudden
Het is rustig geworden op het pad. De laagstaande zon is inmiddels achter de bomen gezakt en de temperatuur daalt in hetzelfde tempo. Slechts nog een enkele wandelaar passeert ons.
We gooien onze rugzakken voor de laatste keer deze tocht om onze schouders en zetten koers richting parkeerterrein. Het is half vijf en het wordt in rap tempo donker. We dalen de berg af en hebben een geweldig uitzicht over de snel donker wordende stad.

Terugreis
We lopen terug naar de auto. Andermaal lopen we langs de groeve van de ENCI. Dit is een van de weinige gebieden in Nederland waar de grootste uil in zijn soort, de Oehoe voorkomt. Maar waar we ook kijken, we spotten hem niet. Ook proberen we hem te lokken, maar het roepen van ‘oehoe’ zet eveneens zoden aan de dijk.
Dit is de enige Oehoe die we hebben gezien



We passeren Chalet Bergrust, waar je eventueel een oorkonde zou kunnen vragen, maar we besluiten dat niet te doen. Misschien dat we in de toekomst ons eigen herinneringsdocument nog eens maken. 

Als we bij het grote parkeerterrein arriveren, is het aantal auto’s al behoorlijk teruggelopen. We gooien onze bagage achterin de auto en Jan vraagt de passagiers hun schoenen uit te doen. Modder aan de schoenen is nog tot daaraan toe, maar om het in de bekleding van de auto te hebben is iets waar je niet op zit te wachten. Als een ieder zijn/haar plek in de auto heeft ingenomen zet Jan koers richting Valkenburg. 

In tegenstelling tot de heenrit rijden we nu een binnendoor weggetje naar de startauto. We rijden door Bemelen en zien aan de linkerkant van de weg de mergelwand waar we eerder vandaag aan voorbij zijn gelopen. Als we Valkenburg inrijden kan Hotze zijn hart ophalen. Hij heeft in zijn jonge jaren veel vakanties in dit, toentertijd bekende en misschien wel beruchte oord, doorgebracht. Ook Foekje weet zich nog veel dingen van vroeger te herinneren. “O kijk, dit is dit; en dat daar, daar ben ik vroeger ook vaak geweest…….”

Het loopt tegen vijven als we bij de rode Ford Focus aankomen. Snel worden de rugtassen van de Brouwers in hun auto overgeladen. En na een korte review van de afgelopen dag stappen we in de auto’s en zetten koers richting het noorden. Het is drie uur rijden naar Grou. Het eerste stuk op de A2 is bijzonder druk. Op sommige plaatsen rijden we niet sneller dan 50 kilometer per uur. Als we dit tempo aanhouden zijn we rond middernacht wel thuis. Gelukkig wordt het, als we onder Roermond de afslag naar Venlo/Nijmegen nemen, een stuk rustiger en kan de cruise-control op 130 km/u worden ingesteld. De eerste Focus rijdt tegen half negen de oprit aan It Roer op.

We kunnen het niet beter verwoorden

Van deze laatste wandeletappe zijn meer foto's gemaakt. Mocht de lezer hierin zijn geïnteresseerd, dan kan de hieronder staande link worden aangeklikt.