Bos, bos, heide, bos
Voorjaar zit in de lucht. Als de volger van
deze weblog op spannende dorpsverhalen zit te wachten moeten hem of haar
teleurstellen. Tijdens de tocht van vandaag doen we slechts twee dorpen aan;
het startdorp Schoonloo en het finishdorp Sleen. Het tussenliggende deel
bestaat uit bos, bos, heide, bos, heide en pas op het laatste stukje; een paar
groene sappige weiden. We putten geen
energie uit ontmoetingen met andere wandelaars onderweg, maar wel uit het
prachtige landschap dat aan ons voorbij trekt. De natuur zit in een groeispurt.
Het groene lover in de bossen is zacht van kleur en erg broos van
samenstelling. Onderweg worden daarom veel macrofoto's van het tere groen gemaakt.
Weinig zicht
Als we ’s-ochtends net na achten uit Grou
vertrekken is het erg mistig. En omdat het eerst maar niet wil opklaren wordt
de hoop op een, zo heeft het KNMI voorspeld, mooie dag enigszins getemperd. Op
sommige plaatsen zit het potdicht. Maar als we op de Wâldwei bij Drachten
rijden wordt het helder en is er plotseling van mist geen sprake meer. Helaas is
het net nadat we de A7 zijn overgestoken weer mis. Zo snel als het opklaarde,
zo snel trekt het ook weer dicht.
Door een kleine wereld rijden we naar het eindpunt
van vandaag: Sleen. De weg voert via Appelscha en Beilen richting het Drentse
plaatsje. Eerst rijden we kilometers te langzaam achter een oude Mercedes,
waarvan de chauffeur druk gesticulerend achter zijn stuurwiel zit. Het zou
beter zijn als hij wat vlotter met zijn gaspedaal om zou gaan. En als het oude vehikel
bij Beilen voor ons ruim baan maakt, komt plotseling een grote bus van een
racecrossteam voor ons rijden. Met een gangetje van 80 rijden we op de autoweg.
Als de chauffeur van deze bus ook de crosser is en als hij tijdens crosses net
zo langzaam rijdt als deze bus, dan zal hij nooit een prijs winnen.
De mist trekt langzaam op en dan verdwijnen de 'Witte Wieven' |
We laten Jan zijn auto in het mooie Sleen
achter en rijden noordwaarts naar Schoonloo. Op precies dezelfde plek als waar de
vorige keer de ‘finish-auto’ stond, zetten we nu de ‘start-auto’ neer. Omdat
het buiten nog maar 5 graden is drinken we in de auto Tineke haar koffie en
smullen we van de door haar zelf gebakken ‘pepparkaka’ (‘pepercake’ naar Zweeds
recept en pakje). Om kwart over tien
lopen we bij de aan de rand van het dorp geparkeerde auto vandaan. Pas na een
kwartier wandelen we Schoonloo definitief uit; inmiddels 2 sanitaire stops en 1
teruggang naar de auto om een vergeten hoedje te halen, later.
De mist is bezig op te lossen en de losse
mistflarden doen eruit zien als de bekende Achterhoekse witte wieven. Tenminste;
dat denken we.
Twee wandelaars die de 'sokken er goed in hebben' |
Eenzame heidevelden |
Het voorjaarsgroen is zacht en broos, getuige deze beukenblaadjes |
Geen wandelaar te bekennen. Nou ja, wij zelf dan…. |
Het Drentse landschap is op ochtenden als deze wel bijzonder mooi |
Het zonnetje komt er lekker bij en de
temperatuur loopt al snel op. Via allerlei kronkelige bospaden en over kleine
heideveldjes komen we na ongeveer 8 kilometer bij een boerderij met een
uitspanning. Twee dames die, vanwege het feit dat ze het routeboekje van het
Pieterpad bij hen dragen en daarom als PPwandelaars kunnen worden aangemerkt, doen
zich op het terras tegoed aan vers gezette koffie (of thee). In een schuur, die
de naam “De Wenning” draagt, is een klein keukentje gemaakt waar vermoeide
wandelaars (en dat zijn wij ook al een beetje), tegen een kleine vergoeding
zelf koffie en thee kunnen zetten. Het eenvoudige keukentje is van alle
gemakken voorzien, zoals een koffiezetapparaat, waterkoker, filter- en
theezakjes, koffie en koffiemelk. Om niet te hoeven afwassen gebruiken we onze
eigen bekers en mokken. De enige hardware uit de keuken die we gebruiken is een
theelepeltje.
Lekker buiten in het zonnetje koffie drinken |
Uitspanning "De Wenning" |
De temperatuur is aangenaam, reden om op het
terras gaan zitten. Het zonnetje verwarmt de al enigszins vermoeide ledematen. We
laven ons aan de meegebrachte broodjes. Tineke heeft voor iedereen een, wederom
zelfgebakken, muffin in de tas. Het astraal smakende baksel is een streling van
de tong.
Als we tot slot op de laatste gebruiker van
het sanitaire gerief staan te wachten komt de eigenaresse van het
wandelcafeetje op ons toelopen. We laten ons informeren over de
ontstaansgeschiedenis en complimenteren haar met dit initiatief. Terloops merken
we op dat we het in de toekomst vast weer eens komen gebruiken
Als we het pad richting de gemarkeerde route
oplopen worden we vrolijk door de herbergierster uitgewuifd.
Een dennenappeltje; heel erg close (-up) |
Schotse Hooglanders, vanwege hun kolossale hoorns in de volksmond ook wel 'kapstokken' genoemd |
Oranje boven
Vlak bij het dorp Schoonoord steken we via een
smalle wandelbrug het Oranjekanaal over. Dit kanaal is tussen 1853 en 1861 aangelegd
om de veengebieden rond Odoorn en Emmen te ontsluiten. Sinds 1978 is het kanaal
voor de scheepvaart gesloten. Aan de diepe ligging is te zien dat het kanaal op
dit punt een zandrug doorsnijdt. En ondanks het feit dat er vandaag al heel wat
fotootjes zijn gemaakt heeft zo’n brug altijd weer wat fotogenieks: klik klik
klik.
Klik, klik, klik……. |
Bijna in de ganzenpas |
Een leuk vennetje met een 'verdwaalde' eend |
Een paar honderd meter na de brug, zo staat in
het routeboek aangegeven, moeten we het indrukwekkende monument uit 2004, dat
ter ere van de bedenksters van het Pieterpad: Bertje Jens enToos
Goorhuis-Tjalsma is opgericht, zien staan. Maar als we op die plek aankomen is
er van enig monument, in welke vorm dan ook, geen enkele sprake. Jan loopt nog
een eind terug om te kijken of we het misschien over het hoofd hebben gezien,
maar een gevaarte als dit is met zijn hoogte van ongeveer 3 meter, een niet te
missen obstakel. Hotze, onze kaartlezer van dat moment, kan het maar moeilijk
verkroppen dat we het niet kunnen vinden. Al kilometers lang heeft hij de rest
van het gezelschap op de komst van dit monument voorbereid en nu we het niet
kunnen vinden stemt hem dat bitter.
Na een stevig oponthoud stappen we door. Het
is rustig op het Pieterpad vandaag. We komen maar heel zelden andere wandelaars
tegen. Zo’n wandeltocht is een weldaad voor de mens, stellen we onderweg vast.
We wandelen in aparte groepjes die doorlopend van samenstelling veranderen. Dan
weer praat je met die, dan weer praat je met een ander. En al pratende ‘glijden’
de kilometers onder onze benen door.
En of de voeten vermoeid zijn… |
Verdiende rust voor Pieterpadvoeten
Bij een Pieterpadbankje nemen we een korte
pauze. Deze bank heeft als extra dat er een voetenbankje voor is gemaakt waarop
de vermoeide ledematen even tot rust kunnen komen. Door de horizontale
opstelling worden de benen beter doorbloed. We eten er een broodje en
natuurlijk wordt er een aantal kiekjes gemaakt. Tineke is druk in de weer om
een kleine vlinder, die er lustig op los fladdert, op de gevoelige plaat vast
te leggen. Op handen en voeten kruipt ze door het gele zand. Wij, als participanten aan
dit wandelgezelschap, weten wat ze aan het doen is, maar toevallige passanten
kunnen zich er iets bij bedenken. Na twintig minuten stappen we weer op en
verder gaat het op de prachtige route.
De familie Brouwer in de 'rust-stand' |
O ja, ook Jan is vandaag van de partij |
Toch nog
Na wat haakse bochten in het parcours doemt er
voor ons plotseling een open veld in het bos op. Aan de zuidkant van deze ‘tra’
(veel gebruikt puzzelwoord) is een heuvel opgeworpen. En laat nou boven op deze
heuvel het monument staan! Een zucht van opluchting gaat door het
wandelgezelschap. Hotze is in zijn nopjes. We beklimmen de heuvel en slaan het
monument, dat bestaat uit een paar op elkaar gestapelde keien met in de
topsteen een gat, gade. Prachtig gepolijst, maar verder stelt het niet zoveel voor. Nou ja, een stapeltje keien dan.
Zoooo, dus hier staat het monument. Zouden ze het hebben verplaatst |
De plaquette onderaan de heuvel verdient meer waardering |
Er zit toch echt een gat in |
De uitstraling van het monument valt ons tegen. De
waardering voor het monument, zoals dat als in het routeboekje als
‘indrukwekkend’ wordt getypeerd, kan volgens ons alleen maar van toepassing zijn
op de grootte. De plaquette die onderaan de heuvel is geposteerd verdient meer
waardering.
Ja ja, heuveltje af wil het wel opschieten |
Bij de galgenberg drinken we koffie en thee.
We zitten op een bankje naast de uit de prehistorie daterende grafheuvel. Uit
de dikke puist in het landschap is al eens een volledige wapenuitrusting uit
1.300 voor Christus opgegraven. In de Middeleeuwen werden hier ter dood
veroordeelden opgehangen. Maar van die laatste activiteiten blijkt nu niets
meer.
Vlak naast de grafheuvels is er tijd voor koffie en thee. De mortuis nil nisi bonum |
Wat interessant is, is dat de grafheuvel in
vroeger jaren een belangrijk oriëntatiepunt was op de boomloze heide. Stuifzand
vormde een bedreiging voor de essen en akkers en daarom heeft men begin vorige
eeuw grote delen beplant met bomen. Als je daar zo zit kun je je daar niet
zoveel bij voorstellen. Een klein stuifzandreservaat is bewaard gebleven. Wat
kleine heidevelden met vennetjes en hier en daar oude jeneverbesstruiken
herinneren aan het oude landschap.
Wij kijken uit over een klein stukje heideveld
dat als grafveld te boek staat. De grafheuvels die daarin nog zichtbaar zijn,
zijn afgevlakt en bijna niet meer als zodanig herkenbaar. Wat zou het toch mooi
zijn als je met de tijdmachine van professor Barabas in de tijd terug kon
vliegen. En daar sta je dan; 1.300 voor Christus, met je digitale fototoestel
in de hand.
Nog drie kilometer tot aan Sleen |
We stappen weer op, sommigen met al wat
stramme ledematen. Door een tunneltje passeren we de N382, de weg
Drachten-Emmen en verlaten we het zachtgroene bos. Op het open terrein waait
het hard. Van die harde wind hebben we vandaag, omdat we constant in het bos
hebben gewandeld, eigenlijk nog niets gemerkt. In de verte rijst de kerktoren
van Sleen boven de bomen uit.
Onderweg wijst Tineke ons op een 'nevenactiviteit': een caravanstalling. Maar wel wat ver van huis.
Neveninkomsten. Laat de belastingdienst het niet weten |
Nog drie kilometer gaat het over asfaltwegen en
paden en dan lopen we het mooie Drentse dorp binnen. We vergapen ons aan de
mooie huizen en boerderijtjes en stellen vast dat dit ook wel een leuke
omgeving is om te wonen.
Sleen, eindpunt van deze etappe. Nog een paar honderd meter tot aan onze auto |
Om half vijf staan we weer bij de finish-auto. We rijden terug naar Schoonloo en omdat Hein vanavond, samen met vrienden, een nachtje op een camping in de buurt blijft slapen blijft hij met de rode Ford achter. De ‘oudjes’ rijden samen terug naar Grou. Onderweg, in Westerbork, eten we nog een pannenkoek.