zaterdag 12 april 2014

Schoonloo – Sleen (24 kilometer)


Bos, bos, heide, bos
Voorjaar zit in de lucht. Als de volger van deze weblog op spannende dorpsverhalen zit te wachten moeten hem of haar teleurstellen. Tijdens de tocht van vandaag doen we slechts twee dorpen aan; het startdorp Schoonloo en het finishdorp Sleen. Het tussenliggende deel bestaat uit bos, bos, heide, bos, heide en pas op het laatste stukje; een paar groene sappige weiden.  We putten geen energie uit ontmoetingen met andere wandelaars onderweg, maar wel uit het prachtige landschap dat aan ons voorbij trekt. De natuur zit in een groeispurt. Het groene lover in de bossen is zacht van kleur en erg broos van samenstelling. Onderweg worden daarom veel macrofoto's van het tere groen gemaakt.

Weinig zicht
Als we ’s-ochtends net na achten uit Grou vertrekken is het erg mistig. En omdat het eerst maar niet wil opklaren wordt de hoop op een, zo heeft het KNMI voorspeld, mooie dag enigszins getemperd. Op sommige plaatsen zit het potdicht. Maar als we op de Wâldwei bij Drachten rijden wordt het helder en is er plotseling van mist geen sprake meer. Helaas is het net nadat we de A7 zijn overgestoken weer mis. Zo snel als het opklaarde, zo snel trekt het ook weer dicht.

Door een kleine wereld rijden we naar het eindpunt van vandaag: Sleen. De weg voert via Appelscha en Beilen richting het Drentse plaatsje. Eerst rijden we kilometers te langzaam achter een oude Mercedes, waarvan de chauffeur druk gesticulerend achter zijn stuurwiel zit. Het zou beter zijn als hij wat vlotter met zijn gaspedaal om zou gaan. En als het oude vehikel bij Beilen voor ons ruim baan maakt, komt plotseling een grote bus van een racecrossteam voor ons rijden. Met een gangetje van 80 rijden we op de autoweg. Als de chauffeur van deze bus ook de crosser is en als hij tijdens crosses net zo langzaam rijdt als deze bus, dan zal hij nooit een prijs winnen.

De mist trekt langzaam op en dan verdwijnen de 'Witte Wieven' 
Pepparkaka
We laten Jan zijn auto in het mooie Sleen achter en rijden noordwaarts naar Schoonloo. Op precies dezelfde plek als waar de vorige keer de ‘finish-auto’ stond, zetten we nu de ‘start-auto’ neer. Omdat het buiten nog maar 5 graden is drinken we in de auto Tineke haar koffie en smullen we van de door haar zelf gebakken ‘pepparkaka’ (‘pepercake’ naar Zweeds recept en pakje).  Om kwart over tien lopen we bij de aan de rand van het dorp geparkeerde auto vandaan. Pas na een kwartier wandelen we Schoonloo definitief uit; inmiddels 2 sanitaire stops en 1 teruggang naar de auto om een vergeten hoedje te halen, later.
De mist is bezig op te lossen en de losse mistflarden doen eruit zien als de bekende Achterhoekse witte wieven. Tenminste; dat denken we.

Twee wandelaars die de 'sokken er goed in hebben'
Eenzame heidevelden
Het voorjaarsgroen is zacht en broos, getuige deze beukenblaadjes
Geen wandelaar te bekennen. Nou ja, wij zelf dan….
Het Drentse landschap is op ochtenden als deze wel bijzonder mooi
Zelf koffie zetten 
Het zonnetje komt er lekker bij en de temperatuur loopt al snel op. Via allerlei kronkelige bospaden en over kleine heideveldjes komen we na ongeveer 8 kilometer bij een boerderij met een uitspanning. Twee dames die, vanwege het feit dat ze het routeboekje van het Pieterpad bij hen dragen en daarom als PPwandelaars kunnen worden aangemerkt, doen zich op het terras tegoed aan vers gezette koffie (of thee). In een schuur, die de naam “De Wenning” draagt, is een klein keukentje gemaakt waar vermoeide wandelaars (en dat zijn wij ook al een beetje), tegen een kleine vergoeding zelf koffie en thee kunnen zetten. Het eenvoudige keukentje is van alle gemakken voorzien, zoals een koffiezetapparaat, waterkoker, filter- en theezakjes, koffie en koffiemelk. Om niet te hoeven afwassen gebruiken we onze eigen bekers en mokken. De enige hardware uit de keuken die we gebruiken is een theelepeltje.

Lekker buiten in het zonnetje koffie drinken
Uitspanning "De Wenning"
De temperatuur is aangenaam, reden om op het terras gaan zitten. Het zonnetje verwarmt de al enigszins vermoeide ledematen. We laven ons aan de meegebrachte broodjes. Tineke heeft voor iedereen een, wederom zelfgebakken, muffin in de tas. Het astraal smakende baksel is een streling van de tong.
Als we tot slot op de laatste gebruiker van het sanitaire gerief staan te wachten komt de eigenaresse van het wandelcafeetje op ons toelopen. We laten ons informeren over de ontstaansgeschiedenis en complimenteren haar met dit initiatief. Terloops merken we op dat we het in de toekomst vast weer eens komen gebruiken
Als we het pad richting de gemarkeerde route oplopen worden we vrolijk door de herbergierster uitgewuifd.

Een dennenappeltje; heel erg close (-up) 
Schotse Hooglanders, vanwege hun kolossale hoorns in de volksmond ook wel 'kapstokken' genoemd
Oranje boven
Vlak bij het dorp Schoonoord steken we via een smalle wandelbrug het Oranjekanaal over. Dit kanaal is tussen 1853 en 1861 aangelegd om de veengebieden rond Odoorn en Emmen te ontsluiten. Sinds 1978 is het kanaal voor de scheepvaart gesloten. Aan de diepe ligging is te zien dat het kanaal op dit punt een zandrug doorsnijdt. En ondanks het feit dat er vandaag al heel wat fotootjes zijn gemaakt heeft zo’n brug altijd weer wat fotogenieks: klik klik klik.

Klik, klik, klik…….
Bijna in de ganzenpas 
Een leuk vennetje met een 'verdwaalde' eend
Een paar honderd meter na de brug, zo staat in het routeboek aangegeven, moeten we het indrukwekkende monument uit 2004, dat ter ere van de bedenksters van het Pieterpad: Bertje Jens enToos Goorhuis-Tjalsma is opgericht, zien staan. Maar als we op die plek aankomen is er van enig monument, in welke vorm dan ook, geen enkele sprake. Jan loopt nog een eind terug om te kijken of we het misschien over het hoofd hebben gezien, maar een gevaarte als dit is met zijn hoogte van ongeveer 3 meter, een niet te missen obstakel. Hotze, onze kaartlezer van dat moment, kan het maar moeilijk verkroppen dat we het niet kunnen vinden. Al kilometers lang heeft hij de rest van het gezelschap op de komst van dit monument voorbereid en nu we het niet kunnen vinden stemt hem dat bitter.
Na een stevig oponthoud stappen we door. Het is rustig op het Pieterpad vandaag. We komen maar heel zelden andere wandelaars tegen. Zo’n wandeltocht is een weldaad voor de mens, stellen we onderweg vast. We wandelen in aparte groepjes die doorlopend van samenstelling veranderen. Dan weer praat je met die, dan weer praat je met een ander. En al pratende ‘glijden’ de kilometers onder onze benen door.

En of de voeten vermoeid zijn…
Verdiende rust voor Pieterpadvoeten 
Bij een Pieterpadbankje nemen we een korte pauze. Deze bank heeft als extra dat er een voetenbankje voor is gemaakt waarop de vermoeide ledematen even tot rust kunnen komen. Door de horizontale opstelling worden de benen beter doorbloed. We eten er een broodje en natuurlijk wordt er een aantal kiekjes gemaakt. Tineke is druk in de weer om een kleine vlinder, die er lustig op los fladdert, op de gevoelige plaat vast te leggen. Op handen en voeten kruipt ze door het gele zand. Wij, als participanten aan dit wandelgezelschap, weten wat ze aan het doen is, maar toevallige passanten kunnen zich er iets bij bedenken. Na twintig minuten stappen we weer op en verder gaat het op de prachtige route.

De familie Brouwer in de 'rust-stand' 
O ja, ook Jan is vandaag van de partij
Toch nog 
Na wat haakse bochten in het parcours doemt er voor ons plotseling een open veld in het bos op. Aan de zuidkant van deze ‘tra’ (veel gebruikt puzzelwoord) is een heuvel opgeworpen. En laat nou boven op deze heuvel het monument staan! Een zucht van opluchting gaat door het wandelgezelschap. Hotze is in zijn nopjes. We beklimmen de heuvel en slaan het monument, dat bestaat uit een paar op elkaar gestapelde keien met in de topsteen een gat, gade. Prachtig gepolijst, maar verder stelt het niet zoveel voor. Nou ja, een stapeltje keien dan.

Zoooo, dus hier staat het monument. Zouden ze het hebben verplaatst 
De plaquette onderaan de heuvel verdient meer waardering
Er zit toch echt een gat in
De uitstraling van het monument valt ons tegen. De waardering voor het monument, zoals dat als in het routeboekje als ‘indrukwekkend’ wordt getypeerd, kan volgens ons alleen maar van toepassing zijn op de grootte. De plaquette die onderaan de heuvel is geposteerd verdient meer waardering.

Ja ja, heuveltje af wil het wel opschieten
Galgenberg en grafheuvels 
Bij de galgenberg drinken we koffie en thee. We zitten op een bankje naast de uit de prehistorie daterende grafheuvel. Uit de dikke puist in het landschap is al eens een volledige wapenuitrusting uit 1.300 voor Christus opgegraven. In de Middeleeuwen werden hier ter dood veroordeelden opgehangen. Maar van die laatste activiteiten blijkt nu niets meer.

Vlak naast de grafheuvels is er tijd voor koffie en thee. De mortuis nil nisi bonum
Wat interessant is, is dat de grafheuvel in vroeger jaren een belangrijk oriëntatiepunt was op de boomloze heide. Stuifzand vormde een bedreiging voor de essen en akkers en daarom heeft men begin vorige eeuw grote delen beplant met bomen. Als je daar zo zit kun je je daar niet zoveel bij voorstellen. Een klein stuifzandreservaat is bewaard gebleven. Wat kleine heidevelden met vennetjes en hier en daar oude jeneverbesstruiken herinneren aan het oude landschap.

Wij kijken uit over een klein stukje heideveld dat als grafveld te boek staat. De grafheuvels die daarin nog zichtbaar zijn, zijn afgevlakt en bijna niet meer als zodanig herkenbaar. Wat zou het toch mooi zijn als je met de tijdmachine van professor Barabas in de tijd terug kon vliegen. En daar sta je dan; 1.300 voor Christus, met je digitale fototoestel in de hand.



Nog drie kilometer tot aan Sleen
Sleen 
We stappen weer op, sommigen met al wat stramme ledematen. Door een tunneltje passeren we de N382, de weg Drachten-Emmen en verlaten we het zachtgroene bos. Op het open terrein waait het hard. Van die harde wind hebben we vandaag, omdat we constant in het bos hebben gewandeld, eigenlijk nog niets gemerkt. In de verte rijst de kerktoren van Sleen boven de bomen uit. 
Onderweg wijst Tineke ons op een 'nevenactiviteit': een caravanstalling. Maar wel wat ver van huis.

Neveninkomsten. Laat de belastingdienst het niet weten
Nog drie kilometer gaat het over asfaltwegen en paden en dan lopen we het mooie Drentse dorp binnen. We vergapen ons aan de mooie huizen en boerderijtjes en stellen vast dat dit ook wel een leuke omgeving is om te wonen.

Sleen, eindpunt van deze etappe. Nog een paar honderd meter tot aan onze auto
Pannenkoeken
Om half vijf staan we weer bij de finish-auto. We rijden terug naar Schoonloo en omdat Hein vanavond, samen met vrienden, een nachtje op een camping in de buurt blijft slapen blijft hij met de rode Ford achter. De ‘oudjes’ rijden samen terug naar Grou. Onderweg, in Westerbork, eten we nog een pannenkoek.